Op de dag dat hij aankwam lagen de aarde en Mars 248 miljoen kilometer uit elkaar, waardoor signalen van de Rover er 14 minuten over deden om ons te bereiken. Het was daarom nogal spannend voor de wetenschappers op het Jet Propulsion Laboratory: ze wisten dat de landing gebeurd was op het geplande tijdstip, maar moesten nog bijna een kwartier wachten op de bevestiging dat alles gelukt was.
De Curiosity Rover ziet er op de plaatjes uit als een klein afstandsbestuurbaar robotje, maar in werkelijkheid is hij daadwerkelijk zo groot als een auto. Terwijl we hier nog zitten te juichen als er een auto komt die zelf kan parkeren, rijdt er op de rode planeet al vijf jaar een auto autonoom rond. Het ding weegt 899 kilo en is gevuld met camera's en allerlei gereedschap om weetenschappelijk onderzoek mee te doen.
De aandrijving gebeurt elektrisch, maar de bron van elektriciteit zullen we waarschijnlijk niet zo snel in een auto gaan zien: een radio-isotopische generator, alias een nucleaire batterij. Hij rijdt op zes 20 inch wielen die elektrisch worden aangedreven tot een topsnelheid van 90 meter per uur. Niet bijster snel, de gemiddelde snelheid is helemaal niet om over naar huis te schrijven: 30 meter per uur.
Curiosity doet onderzoek op Mars om te kijken of het mogelijk is om er ooit met mensen naartoe te gaan - voor het moment dat dat zo is heeft Nasa al een extragrote wagen ontworpen. Voorlopig rijdt het onbemande autootje er eenzaam rond op zoek naar meer tekenen van water en vergaan leven.