Voor degenen die het nog steeds niet snappen: weginspecteurs zijn er om de weg zo snel mogelijk weer begaanbaar te maken na een calamiteit. Ze regelen de rode kruizen en pijlen als er een afzetting nodig is en parkeren met gevaar voor eigen leven hun auto's zodanig op de rijbaan dat ze als barrière dienen als er gestrande auto's op de weg staan.
De oranje zwaailichten die ze tot nu toe hadden, bleken voor veel automobilisten niet duidelijk genoeg. Er waren zelfs idioten die de auto's van Rijkswaterstaat niet over de vluchtstrook wilden laten passeren. Dankzij de blauwe zwaailichten en sirenes op de auto's moet dat nu verholpen zijn: weginspecteurs zijn vanaf vandaag officieel hulpverleningsdienst.
Na een test met 24 auto's in verschillende regio's is gebleken dat de auto's met opvallende signalen twintig procent sneller bij de brokkenmakers aankomen. Doordat ze er vaak als eerste zijn, kunnen ze de weg veilig afsluiten voor als de brandweer, ambulance en politie ter plaatse aankomen.
Nu zijn er 55 weginspecteurs met toeters en bellen, maar dat gaat groeien naar 340 man. Ze zijn nog in opleiding om met de blauwe lampen te mogen rijden. Als iedereen nou eens gewoon zou opletten tijdens het rijden, waren ze misschien wat minder vaak nodig geweest.