Aan het begin van de vorige eeuw speelde de meeste racerij zich nog op het Europese continent af, waarbij met name Frankrijk een voortrekkersrol op zich nam. Niet voor niets ontleent de Indianapolis Motor Speedway zijn bestaansrecht aan de Europese racerij: initiator Carl G. Fisher liet zich inspireren door de Franse racerij. Deze prachtig gerestaureerde Peugeot L45 Grand Prix-tweezitter behaalde in 1916 nog een podium in de Indy 500, na enkele zeer succesvolle jaren in het Europese racecircuit.
Wat deze L45 zo bijzonder maakt? Twee dingen: het is de enige overgebleven racer uit zijn tijd, en is het Peugeots chassis- en motornummer 1. Dat de racer de laatste in zijn soort is, komt wellicht door de timing van zijn productie. Het exemplaar rolde uit de Franse werkplaats ongeveer op het moment dat Gavrilo Princip in Sarajevo een bom naar de Oostenrijks-Hongaarse kroonprins Frans-Ferdinand gooide: de eerste vier jaren van deze L45 waren oorlogsjaren. Onder de kap van de forse auto ligt een 4.491cc grote vier-in-lijn, met dubbele bovenliggende nokkenassen en vier kleppen per cilinder. Zeg maar precies het recept dat de meeste moderne auto's nog steeds gebruiken. Wel hebben we tegenwoordig iets minder cilinderinhoud nodig om de 112 pk die deze Peug levert op te wekken, en vertrouwen we qua remkracht niet meer op trommels rondom.
De geschatte opbrengst van veilinghuis Bonhams lag op $3 tot $5 miljoen, uiteindelijk werd het $7.260.000. Koop je toch ook mooi 1/55ste schilderij van Da Vinci voor. In 2011 reed zijn vorige eigenaar er nog een klein rondje Goodwood mee: