Rijtest: met BMW M140i naar Salon en slalom

Met het vliegtuig naar de Autosalon van Genève is misschien wel snel, maar in een auto is de reis veel leuker. Een trip van ruim tweeduizend kilometer is ideaal om een auto eens goed aan de tand te voelen, vooral als het een BMW M140i is.

We halen de rode 1 Serie bij BMW op als Nederland nog zucht onder de kou van de Siberische Beer en het dus best glad is op de wegen. Deze M140i heeft dan wel de hele optielijst van BMW meegekregen, er was een vakje niet ingekleurd op het bestelformulier: dat van de xDrive. Mooi, de kracht gaat dus exclusief naar de achterste wielen, maar zonder winterbanden is het toch even oppassen geblazen als het sneeuwt (en dat doet het).

Dankzij het volledig afgespecte karakter van de auto is het goed rijden in deze Eén. Stuur- en stoelverwarming zorgen ervoor dat je meteen lekker zit en klaar bent voor een flinke rit. De sportstoelen met mooi leer zitten goed en zijn behoorlijk verstelbaar met lendesteunen en een onderrugduwtje dat je kunt oppompen met een knop. Opvallend is het dat de stoelen niet echt ver omlaag kunnen, in de laagste stand zit je nog vrij ver van de grond. Desondanks heb je zo een prima positie achter het in hoogte en lengte verstelbare stuur te pakken.

De auto start standaard in COMFORT-modus op, waardoor het onderstel rustig is afgesteld en de motor niet al teveel herrie maakt. Een tikje op de schakelaar naast de versnellingspook zet de auto in SPORT. Je merkt het aan de motor die wat meer geluid maakt en de versnellingsbak - in dit geval de achttraps steptronic-automaat met flippers op het stuur - die meteen een tandje terugschakelt. 

De drieliter zes-in-lijn met twinscrollturbo (en variabele kleptiming en dubbele vanos-nokkenassturing) is goed voor 340 pk. De voorganger van de M140i heette overigens M135i en moest het met 320 pk doen, de extra pk's hebben BMW ertoe gedreven een wat groter getal op de bips van de auto te schrijven. Dankzij de lijnmotor en de achterwielaandrijving is deze Eén echt een traditionele BMW, waar Mercedes met de heetste A-Klasse (met vierwielaandrijving in plaats van achterwielaandrijving) van zijn geloof is gevallen, al heeft die nog wat meer pk's uit zijn viercilindertje.

Vanaf het stoplicht bij de oprit versnelt de auto in 4,6 seconden naar de honderd kilometer per uur. Daarna gaat het door tot 250 kilometer per uur (in theorie, want we probeerden het maar even niet uit op de met flitsers vergeven route). Over het snelwegrijden kunnen we kort zijn: dat is perfect. De auto rijdt rustig, maakt weinig geluid en met een verbruik van ongeveer acht à negen liter per honderd kilometer is de auto niet zuinig, maar is het ook geen extreme benzineslurper. Het biedt in ieder geval regelmatig kans om een bak koffie te doen en de auto even van buiten te bekijken. 

De M-voorbumper geeft hem een agressief neusje en de adaptieve ledkoplampen schijnen priemend de wereld in. De gedeeltelijk zwarte 18"-velgen staan goed onder de rode carrosserie. De twee achterportieren zouden we zelf achterwege laten, maar ze maken de auto ook niet speciaal minder aantrekkelijk. Achterop vallen vooral de twee uitlaten op: het zijn nog niet van die hippe grote plastic gaten die BMW in de nieuwste modellen ook heeft geadopteerd: dit zijn gewoon twee kanonslopen die uit de bumper priemen.

We worden pas echt goede vrienden met het navigatiesysteem als de auto besluit dat we de laatste 250 kilometer snelweg overslaan en vervangen door 175 kilometer bergweg. Ergens in de Jura vindt de BMW kennelijk dat we lang genoeg rechtdoor hebben gereden en dat het tijd wordt voor haarspelden en bergen. Uiteraard beamen we dat volmondig en dus volgen we gedwee de aanwijzingen van het kaartsysteem, dat ons door de kaas-, wijn- en worstregio van Frankrijk jaagt. Hier komt de auto echt tot zijn recht, inhaalacties op vrachtwagens gaan gemakkelijk en alle spullen vliegen door het interieur dankzij de rappe acceleraties.

Hoewel de temperatuur hier en daar onder het vriespunt duikt hebben de banden geen probleem met de grip, dus we sporten vrolijk verder. Het valt op dat de zescilinder weliswaar een prettig geluid uit de uitlaten speelt, maar dat de motor heerlijk rustig in zijn compartiment ligt. Hij lijkt totaal geen moeite te hoeven doen om door de versnellingen te lopen. Vergeleken met het brute geweld waar de M550i xDrive ons laatst op trakteerde is dit een sportieve gentleman (al zit hij verpakt in het uiterlijk van een hot hatch).

In downtown Genève bekoelt onze liefde met de GPS-instructies van de BMW echter. Het systeem wil hardnekkig precies over de wegen rijden waar de files extreem stilstaan. Waze en Google Maps werken in de stad duidelijk een stuk beter in het ontwijken van problemen. Nu we het toch over de elektronica hebben, de rest van de auto werkt perfect. BMW levert alleen Apple CarPlay op het Harman Kardon-systeem met een touchscreen, dus de Androidgebruikers moeten het doen met de draadloze lader inde middenarmsteun en de 'ouderwetse' bluetoothverbinding.

BMW is een van de weinige fabrikanten die het voor elkaar heeft gekregen om parking assistant werkend te krijgen. Waar je bij veel auto's echt eerst in de gebruiksaanwijzing moet duiken, werkt het in de M140i eenvoudig. Je drukt op het parkeericoontje in de middenconsole en de auto begrijpt vanzelf waar je wilt parkeren. Vervolgens hoeft je alleen nog maar de auto in achteruit te zetten en gas te geven en te remmen. Het is inderdaad een functie die de ware autoliefhebber totaal niet zal begrijpen: als je niet kunt parkeren, ben je immers geen 340 pk waard. Desondanks is het wel de bedoeling dat je de functie aan de praat kunt krijgen als je er toch voor betaald hebt (wat bij veel andere auto's volstrekt niet lukt).

Na ons bezoek aan de Autosalon grijpen we de kans om nog wat meer bergwegen te berijden. De GPS (pardon Waze, want de BMW stuurde zichzelf direct een file in) stelden we in op een dorp langs de route terug in Frankrijk, waardoor er weer veertig kilometer bochten in het verschiet lagen. Gelukkig zitten er ook een paar tolpoortjes tussen, waardoor de sprint weer een paar keer kan worden uitgevoerd. Het blijft fijn als je auto dat dagelijks kan doen, ook al heb je er helemaal niets aan.

Als we de snelweg afrijden is het donker geworden en dat betekent grootlicht en SPORT-modus aan en de bergpas op. Het is ook de eerste keer dat we in de gelegenheid zijn om de High Beam-assistant echt te gebruiken (in Nederland is het bijna nergens donker genoeg om grootlicht te hoeven voeren). Net als het automatisch parkeersysteem is het een vrij zinloze functie, die desondanks best handig is. De auto zet zelf het grootlicht aan als er geen tegenliggers zijn en zodra er een auto uit een hoekje opduikt schakelt hij de LED-verlichting meteen weer op een voor de tegemoetkomende bestuurder prettige stand.

Ook op deze bergpas komt het prettige stuurgedrag van de auto weer naar voren. We rijden ver van de limiet, omdat het donker is en de temperatuur inmiddels alweer onder het vriespunt is gedoken, maar redelijk sportief naar boven. Op naar het hotel en de pistes van La Clusaz.

Op de naar mijn zin iets te hoge zitpositie na is dit een van de meest begeerlijke hot hatches. Al blijkt niet iedereen hem even mooi te vinden, maar het uiterlijk heeft in ieder geval karakter. Tel er de zes-in-lijn bij op en het feit dat dit de laatste achterwielaangedreven 1-Serie betreft, en je weet dat deze auto ooit wel eens geld gaat opleveren. Daar moet je wel lang op wachten, want om dit model aan te kunnen schaffen moet je eerst €73.486,20 bij de BMW-dealer afgeven.