Audi's Allroad-versies zijn voor de zúúnige Nederlander wat aan de overdreven kant. De huidige A4 Allroad heeft banden met een hogere wang en een langere veerweg, waardoor hij 34 millimeter verder van de grond staat dan een gewone A4. Er zitten beschermplaten onder de bodem, Quattro-aandrijving is standaard aanwezig en om een plots opduikende boom te ontwijken zijn er allerlei stukken matzwart plastic rondom de auto geplakt. Ziet er dik uit, is dik, maar ook handig, want plastic is goedkoper dan spuitwerk.
Ons testexemplaar komt met de de grootste diesel, een 3.0 liter TDI, die goed is voor 272 pk en 600 Newtonmeter. Dankzij de vierwielaandrijving kan die zijn kracht lekker op de weg kwijt, wat zich toont in een vrij rappe nul naar honderdsprint van 5,5 seconden. De topsnelheid ligt, zoals gebruikelijk bij Duitsers, op exact 250 kilometer per uur.
Alle kracht die de motor opwekt gaat via de automatische tiptronic achtversnellingsbak naar de weg. In zo'n reiswagen vraag je je ook nooit af waarom er geen handbak in zit: in D zetten en niet meer nadenken is soms ook wel plezierig. Eenmaal achter het stuur van de A4 Allroad gezeten zie je virtual cockpit waarop je naar keuze de gewone informatie kunt laten verschijnen, maar die je ook kunt laten veranderen in een compleet navigatiesysteem. De snelheidsgegevens zijn vervolgens via het head up display van de voorruit af te lezen.
De rest van het interieur bevalt ons ook. Omdat het een testauto betreft, zitten uiteraard alle dure opties in deze auto ingebouwd. De cederbruinleren bekleding met contrasterende stiksels ziet er ongekend strak uit, en de sportstoelen blijven ook op een acht uur durende Oostenrijktrip comfortabel. Zelfs de houten decoratiestrips in het interieur zien er goed uit doordat ze in een matte finish zijn afgewerkt. Automotive bomen zijn doorgaans het domein van de Britten, maar op deze manier is hout in een Germaan alsnog te pruimen.
Goed, we gaan rijden. De V6 klinkt goed, zeker voor een diesel, dus vooruit de bergen in. Door de 32 millimeter extra in het onderstel voel je dat de auto over de weg zweeft. Dat is niet meteen een fijn gevoel, het is eerder wat ongevoelig. Gelukkig kan het onderstel met een knop in de middenconsole worden ingesteld op Dynamic, waarin de Audi zelf bedenkt wat nodig is. Het is in ieder geval wat harder. In tegenstelling tot de A6 Allroad, is de A4 Allroad niet te bestellen met luchtvering. Jammer, want dat het probleem natuurlijk onmiddellijk opgelost (voor zo ver je van een probleem kunt spreken #firstworldproblems).
Als we bij de eerste steile afdaling komen, is het tijd om de Hill Descent Control uit te proberen. De Audi neemt dan het remmen en gasgeven van je over (tenzij je hard ingrijpt natuurlijk). We rijden gecontroleerd en comfortabel het hellinkje af. In Nederland is het ongetwijfeld een volstrekt nutteloze functie, maar we zijn niet in Nederland en hier in de besneeuwde bergen is het best handig dat de auto je wederhelft helpt.
Ook als je geen heuvels aan het nemen bent is het goed rijden met de A4 Allroad, de Quattro-aandrijving zorgt ervoor dat je altijd grip hebt. Ook als de weg besneeuwd raakt rijden we rustig door alsof er niets aan de hand is. Sportief voelt de auto echter nooit aan: dit is een comfortabele wagen om lange ritten mee te maken over rechte wegen en dan aan het eind de onverharde oprit van je winterchalet mee op te rijden. Of nu met de zomer in aantocht om de Alpen af te dalen richting de oever van het bergmeer waar je jacht ligt.
Of gewoon in Nederland rondrijden met een auto die op onderkoelde toon zegt dat je veel meer geld aan een auto kunt uitgeven dan je buren. De A4 Allroad 3.0 TDI Quattro Tiptronic zet je in de basis namelijk €72.460 in de achteruit en dan ben je nog niet begonnen met strepen in de optielijst. Het exemplaar dat wij reden kost een niet misselijke €109.703. Maar voor dat geld steek je wel een stuk boven het gepeupel in normale A4's uit, toch al gauw drie centimeter hoger.