In beeld. Alle AMG safety cars sinds 1996

Vanochtend onthulde Mercedes-AMG met de GT R alweer de elfde safety car in de 22 jaar die ze onafgebroken met de Formule 1 verbonden zijn. Kunt u ze allemaal opnoemen?

Tenzij u een ontzettende freak bent is het antwoord op die vraag waarschijnlijk 'nee'. Daarom een geheugensteuntje om u door bijna een kwart eeuw aan safety cars met een ster te loodsen.

De eerste safety car van Mercedes was een C-Klasse met een 3.6 zes-in-lijn. De 280 pk sterke C36  debuteerde in 1996 op Magny-Cours, maar de cracks kennen hem vooral van zijn inzet enkele races later, op Spa-Francorchamps. Nadat Jos Verstappen - een jaartje voor de geboorte van zoon Max - zijn Footwork Hart vanwege een hangend gaspedaal had afgeschreven, kwam de Benz in actie. We vonden nog wat oude beelden, met commentaar van een iets jongere Olav Mol en Allard Kalff.

Hoewel de CLK 55 AMG pas in 1999 voor het grote publiek beschikbaar kwam, fungeerde hij tussen '97 en '99 drie jaar lang als safety car in de Formule 1. Mercedes' opvolger van de E-Klasse Coupé had een 5,4 liter V8 aan boord, die 347 pk leverde. Niet overbodig, als tegenwicht tegen de potige V10's die achter hem aan reden.

In 2000 ging Mercedes een maatje groter, en nam de CL het stokje over. De 5.4 V8 in het vooronder bleef qua inhoud ongewijzigd, alleen leverde hij nu 360 pk. Broodnodige paarden voor een bijna 1.800 kg zware tweedeurs.

Na slechts een jaartje CL wisselde Mercedes naar de SL55 AMG. De cabrio met hardtop had de overhand ten opzichte van zijn voorgangers dankzij een flinke compressor, die inmiddels aan de krukas van de bekende 5.4 liter V8 hing. 476 pk's waren zijn deel.

In 2003 maakte de CLK 55 na drie jaar zijn terugkeer, met aan boord de M113 E 55 EVO V8. Wederom atmosferisch, maar nu goed voor 367 pk en 510 Nm. 

De SLK 55 AMG is de kleinste Mercedes ooit waar een 5,4 liter V8 ingeduwd is. In 2004 en 2005 had de 360 pk sterke cabrio onder de SL de eer het veld bij neutralisaties aan te voeren.

In 2006 viel de keuze van Mercedes voor de derde keer op een CLK, alleen was het dit keer de 63 AMG. De tot 6.208 cc gegroeide motorinhoud gaf de coupé, naast een heerlijke soundtrack, ook 481 pk aan oempf.

Vanaf 2008 was het weer de beurt aan de SL, dit keer eveneens in 63 AMG-trim. De legendarische V8 die zijn voorganger ook gebruikte was inmiddels opgekieteld naar 525 pk. 

Met de start van de jaren '10 begon de hegemonie van Sebastian Vettel: hij werd vier keer op rij wereldkampioen, en deed dit vier keer op rij (soms) achter een Mercedes SLS AMG. Voor niet nader te noemen redactieleden is de SLS nog steeds het summum van wat AMG in de laatste jaren gemaakt heeft, en je kunt ook moeilijk ontkennen dat de langgerekte neus met hierin een 571 pk sterke V8 indrukwekkend was. Vanaf 2012 nam de SLS GT (591 pk) de honneurs waar, de SLS is met vijf jaar op rij het langstlopende safety car-model.

In 2015 loste de AMG GT de SLS af, en dus veranderde ook de Safety Car. Tot aan de seizoensafsluiter in Abu Dhabi, afgelopen november, keken we naar de 510 pk sterke AMG GT S, wanneer de stront aan de knikker was.

Inmiddels zet Mercedes-AMG een tandje bij, want de meer circuit-georiënteerde GT R deed zijn intrede. De 585 paarden op de achterwielen moeten er voor zorgen dat het rubber van de F1-bolides enigszins op temperatuur blijft en de motoren niet oververhitten. We gokken dat dit aardig gaat lukken.