Er kwamen het afgelopen jaar 613 mensen om in het verkeer, tegenover 629 in 2016. Dit meldt het CBS. Voor het eerst vielen er meer slachtoffers op de fiets dan in de auto, fietsers vertegenwoordigen nu de grootste groep in de slachtofferstatistieken: 206 overleden fietsers (+17) zijn goed voor een derde van het totaal, tegenover 201 automobilisten en inzittenden (-30).
Dit stopt het ministerie van I&W en de provincies overigens niet om gezamenlijk €125 miljoen uit te trekken voor de aanpak van de zogeheten dodenwegen. Maar tegen het veiliger maken van wegen kunnen we moeilijk nee zeggen, lijkt ons. Tenzij het alleen een verfkar betreft die één grote lange doorgetrokken streep op het midden van een provinciale weg trekt.
De risicogroep bij fietsers laat zich vrij duidelijk aftekenen: de slachtoffers waren voornamelijk mannen (148 van de 206), en tweederde van hen was 65 jaar of ouder. Vooral de categorie 75+ springt er uit. Bij de automobilisten is de verdeling veel gelijkmatiger, hier valt wel een enorme daling in de leeftijdscategorie 65-75 jaar op.
Noord-Brabant (groot, dichtbevolkt, veel wegen, veel verkeer) was en blijft de koploper in het lijstje waar niemand in bovenaan wil staan: in 2017 vielen er 98 doden. Zuid-Holland, vorig jaar nog vierde met 70 doden volgt op de voet. Hier kwamen vorig jaar 97 mensen om.
Als we alle doden in de 18-jarige periode tussen 2000-2017 bij elkaar optellen komen we op een totaal van 14.127. Dit is een jaarlijks gemiddelde van 785. In 2004 dipten de cijfers voor het eerst onder de 1.000, en kwamen hier vervolgens nooit meer boven. De afgelopen vijf jaren waren de cijfers vrij stabiel, hoewel de daling er toch duidelijk volledig uit was:
- 2013: 570
- 2014: 570
- 2015: 621
- 2016: 629
- 2017: 613
Tot slot: mocht u zich afvragen hoeveel Polen, Duitsers, Frans-Polynesiërs en Belgen hier het loodje leggen: van de 613 verkeersdoden in 2017 waren 44 personen niet in Nederland ingeschreven.