Vandaag trekt Lexus het doek van de ES, het (voor ons) nieuwe model tussen de IS en de LS, dat aan het einde van 2018 naar Europa komt. West-Europa krijgt vanaf december de hybride, viercilinder ES 300h, Rusland en Oost-Europa krijgen enkele maanden eerder al de conventionele ES 200 / 250 / 350, waarbij de laatste een V6 heeft. Het is alweer de zevende generatie ES, maar als gezegd de eerste die ook wij krijgen.
Lexus verkocht vorig jaar in Europa 75.000 auto's, en mikt op 100.000 stuks in 2020. Hieraan moet de ES, maar ook de recent onthulde UX (en in mindere mate de nieuwe RX) een wezenlijke bijdrage leveren. Je zou kunnen stellen dat 100k peanuts is, aangezien de Duitse concurrentie ongeveer het achtvoudige doet, maar realisme is een groot goed. De ES deelt zijn basis met de grotere Amerikaanse Toyota-sedans, zoals de Avalon.
De ES 300h combineert een 2.5 liter viercilinder met een hybride systeem, om tot een systeemvermogen van 218 pk te komen. Het gemiddelde verbruik ligt hier bij 4,7l/100 km, maar er wordt niet gezegd volgens welke meetmethode. De nikkel metaalhydride accu zit onder de achterbank, en neemt zo geen kofferbakruimte weg. Over de transmissie zegt Lexus niets, maar we vrezen dat de motor aan een saaie CVT gekoppeld is, voor ons zeker een turn-off. In de ES 250/350 wordt overigens wél een conventionele achttraps automaat geleverd.
Wel komt de 300h er in F-Sport trim, met dikke bumpers en 19" lichtmetaal. Ook een potentieel doorslaggevende factor in een koopbesluit, als dat je boot doet drijven.