Bij de aanschaf van een nieuwe auto gaat er in sommige gevallen meer dan de helft van het aanschafbedrag naar de staat. Het maakt het voor de autokoper niet leuker, en als het aan het Centraal Planbureau ligt moet daar verandering in komen. Het CPB denkt dat veiligere auto's ook aantrekkelijker gemaakt moeten worden door de belasting hierop te verlagen. Onveilige auto's moeten duurder worden.
De reden van het advies is dat de BPM verantwoordelijk is voor het verlagen van verschillende maatschappelijke kosten. Dat kan volgens de rekenmeesters ook doorgevoerd worden op verkeersveiligheid. Door de veilige auto aantrekkelijker te maken in de aanschaf, moet het verkeer veiliger worden. Logisch gevolg hiervan lijkt minder ongelukken en dus ook minder overheidsuitgaven. Ook hoeft de invoering geen geld te kosten als er gewerkt wordt met verschillende tarieven. Win-win toch?
Niet helemaal. Onlangs kwam uit een ander onderzoek naar voren dat juist de 'veiligere' auto vaker schade rijdt. De Branchemonitor Schadesector 2018-2030 wees uit dat veilige auto's 23% kans hadden om schade te rijden tegenover 14% voor onveilige auto's. Het toont aan dat mensen niet kunnen omgaan met alle piepjes en ingrepen die de auto tijdens het rijden op de bestuurder afvuurt. Ook lijkt het kunnen van technologie op papier mooier dan wat het in de praktijk daadwerkelijk presteert.
Misschien moet de overheid wachten met het invoeren van de belastingverlaging tot 2025. Op dat moment zijn we allemaal gewend aan de veiligheidspiepjes in auto's en is de technologie ook daadwerkelijk in staat te doen wat het moet doen.