In het vervaardigen van batterijcellen zijn, naast een uitgebalanceerde chemische samenstelling, economies of scale erg belangrijk. Daarnaast is de drempel om de markt te betreden door de hoge R&D-kosten hoog. Dat zijn meteen de redenen waarom er wereldwijd maar een paar grote spelers zijn op de markt voor lithium-ion/-polymeer batterijen:
- Tesla/Panasonic (V.S.)
- LG Chem (Zuid-Korea)
- Samsung SDI (Zuid-Korea)
- CATL (China)
Geen van deze bedrijven is Europees, wat tegen de zin is van de EU en de Duitse auto-industrie, hoewel het Chinese CATL momenteel wel een fabriek in het Duitse Thüringen bouwt. Analisten van de United Bandits of Switzerland (UBS) doken in de wereld der batterijen, en kwamen tot de conclusie dat Tesla momenteel met afstand tegen de laagste prijs per kilowattuur (kWh) kan produceren. Ze schatten de kosten in op $111/kWh, terwijl de concurrentie (in bovengenoemde volgorde) er achteraan hobbelt, met kosten die de $140-grens allemaal overstijgen. LG Chem zou op $148/kWh zitten. In de praktijk betekent dit dat de batterijkosten voor een Opel Ampera-e (60 kWh, met cellen van LG Chem) $8.880 bedragen, terwijl Tesla voor ditzelfde bedrag -met de nieuwe 2170-cellen- een 80 kWh-pakket in de Model 3 Long Range kan leggen.
Het rapport, dat wordt beschreven in de Financial Times, schat dat de vier spelers in 2025 zeventig procent van de totale markt in handen hebben, en dat de batterijkosten de komende twee tot drie jaar met tien procent dalen.