In de laatste dagen van het jaar wordt bevestigd wat we eigenlijk allemaal al wisten: Nederland draait economisch beter en staat dus ook meer vast dan voorheen. De grootste knelpunten waren in het afgelopen jaar in de ochtendspits de A4 Den Haag richting Amsterdam en in de avondspits de A27 van Utrecht naar Breda.
Ook de natuur werkte niet altijd even goed mee: op 18 januari legde een flinke storm Nederland lam, terwijl in de droge zomer de ene na de andere bermbrand zorgde voor wegafsluitingen. De recordfile van 2018 stond op 1 november: door regen en veel ongelukken stond er 1.135 km file in Nederland.
Wat u vandaag verder niet hoort in de berichtgeving, maar wij wel even willen aanstippen: zo erg als in 2008 was het niet, qua filezwaarte. De afgelopen jaren is de capaciteit op bepaalde plekken vergroot, en dat heeft zijn vruchten afgeworpen. Uit onderstaande grafieken uit de meest recente rapportage Rijkswegennet (t/m augustus 2018) is te zien dat we qua filezwaarte op ongeveer 75 procent van het maximum van tien jaar geleden zitten, terwijl het aantal afgelegde voertuigkilometers met dertien procent toenam. Hiermee kunt u iedereen die beweert dat extra asfalt geen enkele meerwaarde heeft om de oren slaan:
Ondanks dat is twintig procent meer files natuurlijk fors. Waar veel mensen zich op een kleine ruimte voortbewegen, krijg je nou eenmaal opstoppingen. Daarom moeten we blijven werken aan slimme oplossingen en de verbetering van het OV op de plekken waar de schoen het meest wringt. Dit betekent niet iedereen maar het OV injagen, want dat barst onderhand ook zo'n beetje uit zijn voegen, maar wel streven naar een zo optimaal mogelijk benut openbaar vervoersnetwerk.
De hoeveelheid asfalt die momenteel in Nederland ligt, zou toereikend moeten zijn, wanneer je de menselijke factor uit het verkeer haalt. Maar aangezien dit absoluut nog toekomstmuziek is, zullen we het de komende jaren op een andere manier moeten rooien.