Vannacht had een containerschip boven het Duitse eiland Borkum problemen met wind en stroming. Daardoor is het ongeveer tweehonderd containers verloren waarvan er nu enkele aanspoelen op de stranden van de eilanden boven Groningen en Friesland. De containers zaten vol met meubels, speelgoed, elektronica en auto-onderdelen.
Van de tweehonderd verloren containers heeft de kustwacht er nu eenentwintig gelokaliseerd op de stranden van Vlieland, Terschelling, Ameland en Schiermonnikoog. De stranden overspoelen daarnaast met juttende Nederlanders die hopen het jaar goed van start te gaan met een verzopen TV, doordrenkte meubels of zeiknatte autovelgen met de banden er al omheen. Geheel veilig is het jutten overigens niet: er schijnen ook vaten vol organische peroxide aan te spoelen. Afhankelijk van de soort kan dit goedje ontvlammen bij 50 graden Celsius (gelukkig is het vandaag vrij koud). De kustwacht waarschuwt mensen daarom er vanaf te blijven en deze vaten te melden bij de politie of brandweer.
Officieel is de oeroude kunst van het strandjutten in dit geval niet meer dan simpele diefstal. De gevonden goederen moeten aangegeven worden bij de burgemeester, deze moet vervolgens vragen of de eigenaar nog zit te wachten op de natte spullen.
De jutters hebben deze keer mazzel, want de eigenaar van de aangespoelde waren heeft al aangegeven dat ze alleen de dichte containers nog terug willen zien. Deze worden gezekerd en naar de haven gebracht. De los aangespoelde producten worden als waardeloos beschouwd en mogen dus door de jutters meegenomen worden.