De grootste autofabrikant in 2018 was de alliantie Renault-Nissan-Mitsubishi. Binnen de geplaagde groep kreeg Nissan te maken met moeilijke omstandigheden, maar onderaan de streep stonden nog altijd 10,76 miljoen verkochte auto's en lichte bedrijfsvoertuigen: Nissan (incl. Infiniti en Datsun) deed 5,65 miljoen (-2,8%), de Groupe Renault 3,88 miljoen (+3,2%), en Mitsubishi 1,22 miljoen (+18%). Volkswagen communiceerde eerder al een aantal van 10,83 miljoen, maar dat is inclusief de truckdivisies MAN en Scania. Zonder deze zware jongens komen de Duitsers uit op 10,6 miljoen (10.590.405, maar Bentley publiceert dit jaar geen cijfers, kennelijk uit schaamte. Zij zullen echter rond de 10 duizend zitten).
Toyota (inclusief Daihatsu en Lexus) communiceerde eerder vandaag 10,59 miljoen verkopen. Zonder de zware trucks van Hino echter komen de Japanners uit op 10,39 miljoen. Het Amerikaanse GM stond ook altijd bovenaan de lijst van grootverkopers, maar sinds het Opel heeft afgestoten scheelt dit de Amerikanen 1 miljoen verkopen per jaar. Zij zullen naar onze schatting over 2018 ergens rond de 9 miljoen uitkomen.
Andere grote jongens uit de auto-industrie zijn Ford (bijna 7 miljoen verkopen) en Hyundai-Kia (7,4 miljoen). Merken als de Groupe PSA en Fiat-Chrysler zitten rond de 4 miljoen per jaar. Luxemerken als JLR (Jaguar-Land Rover) en Volvo zijn met 500 tot 700 duizend verkopen relatief kleine jongens. De prestaties van de Duitse Drie kunt u hier nalezen.