Lithium, een metaal waar we in de toekomst nog heel veel van nodig hebben, want het zit, zoals de naam al suggereert, in de lithium-ion batterij. En nu we de toekomst vrijwel onder stroom zetten stijgt de vraag enorm. Een Tesla Model S gebruikt bijvoorbeeld al twaalf kilo van het goedje. Gelukkig is lithium zo'n beetje overal te vinden, het wordt bijvoorbeeld uit zeewater gehaald. Maar de manier waarop het in veel landen gewonnen wordt, laat wat te wensen over. Het gaat op een vrij milieuvervuilende manier.
Gelukkig hebben we de Finnen die to the rescue komen. Het bedrijf Keliber heeft een bron van Lithium gevonden en besloot deze op te graven, want dat levert geld op. Steeds meer ook, aangezien de prijs en de vraag blijven stijgen. Maar de Finnen snappen dat de achterliggende vraag lithium komt uit een poging om milieuvriendelijker bezig te zijn. Daarom pakken zij het net even wat anders aan dan de rest van de wereld: ze mijnen met minimale impact op het milieu.
Helemaal milieuvriendelijk kan het bedrijf nooit werken, maar alle beetjes helpen. Op dit moment is het bedrijf aan het zoeken naar investeerders en spreekt ze daarbij aan op hun milieuvriendelijke hart. Het klopt vooral aan bij autofabrikanten die iets verder willen denken dan dat ze nu doen.
De poging van de Finnen om een gedeelte van de lithium-ion productie milieuvriendelijker te maken, is natuur alleen maar goed, maar het echte probleem ligt bij het winnen van kobalt. Waar lithium zo'n beetje overal uit de grond of zee gehaald kan worden, ligt kobalt alleen in Congo en omstreken onder de aardkost. En daar zijn ze niet vies van een beetje kinderarbeid. Ook is kobalt nogal giftig en wordt er vaak zonder beschermende kleding gewerkt.
De vraag naar kobalt blijft voorlopig nog wel stijgen en omdat het maar in één land te vinden is, is de kans niet groot dat de omstandigheden rondom het metaal beter zullen worden. Gelukkig zijn bedrijven als Tesla druk bezig met het ontwikkelen van lithium-ion accu's die minder afhankelijk zullen zijn van kobalt. Niet om de wereld te verbeteren, maar eerder om de prijs per accu verder omlaag te krijgen. Het blijft immers het duurste onderdeel in een elektrische auto.