De Q4 - die werd aangekondigd met een serie schetsen - is met 4,59 meter een stukje kleiner dan de e-tron, die qua formaat tussen de Q5 en Q7 zit. De vierdeurs heeft 225 kW aan elektropower aan boord, verdeeld over twee motoren, waarvan de achterste twee keer krachtiger is dan de voorste. Ze worden gevoed door een 82 kWh-batterij. Allemaal net wat bescheidener dan de e-tron (300 kW en 95 kWh). 0-100 gaat in 6,3 seconden en het WLTP-bereik moet op zo'n 450 km liggen.
Qua looks is het nog een echt concept, met een zeer prominente grille, en hoog opgetrokken plaatwerk. Deurgrepen ontbreken, maar spiegels verrassenderwijs niet. De auto staat op het MEB-platform van Volkswagen, wat nieuw is. De e-tron is nog op een aangepaste variant van het MLB-platform gebouwd, terwijl de duurdere elektrische Audi's van de toekomst op het met Porsche ontwikkelde PPE-platform staan. De productieversie van de Q4 e-tron komt eind 2020 op de markt.
Overigens heeft Audi zijn naamstrategie aangepast: waar e-tron vroeger vrij liberaal op alles met een batterij werd geplakt, zijn het in de toekomst altijd volledig elektrische auto's. PHEV's krijgen alleen een 'e'-tje achter hun onbegrijpelijke letter-cijferbrij.