Flitspalen zijn een doorn in het oog van de automobilist, maar leveren de overheid bakken met geld op. Zeker in het geval van een Belg die met 72 kilometer per uur langs zo'n fotokast in Charleroi reed waar maar 50 km/u is toegestaan. Omdat de man in een auto van de zaak reed, ging de boete linea recta naar het bedrijf en daar liep het mis. De financiële afdeling aldaar kon het relatief lage boetebedrag waarschijnlijk niet heel erg interesseren, want die vergat de boete.
Maar de Belgische overheid is niet zo vergeetachtig als de administratie van het bedrijf, dus stuurde het aanmaning na aanmaning welke telkens niet betaald werden. Op een gegeven moment liep het zo de spuigaten uit dat het bedrijf voor moest komen. Daar werd bepaald dat het een dwangsom van 144.000 euro moet betalen. De directeur van het bedrijf kreeg daarbij ook een boete van 48.000 euro en een voorwaardelijke celstraf van een jaar. Totaal komt dat neer op 192.000 euro.
Natuurlijk was de baas het hier niet mee eens. Hij gaat samen met zijn advocaat in hoger beroep. Het doel hiervan is niet om de idioot hoge bedragen te laten verdwijnen, maar om ze te verlagen. De bescheiden Belg vraagt om een verlaging van 24.000 euro op boete voor het bedrijf en 8.000 euro vermindering op zijn eigen boete. Als de rechter hiermee instemt komt het geheel op 160.000 euro, wat nog steeds absurd veel is voor een snelheidsovertreding van 22 kilometer per uur.
Een kleine nuance in het hele verhaal is dat deze boete vooral zo hoog opliep, omdat het bedrijf de identiteit van de bestuurder van de auto niet wilde aangeven. Dit is verplicht in België omdat ze daar de boete rechtstreeks aan de overtreder willen geven, niet aan het overkoepelende bedrijf. Het gaat hier dus niet direct om een verhoging van boete van de snelheidsovertreding, maar meer om de weerbarstigheid van het bedrijf waar de overheid niet van gediend is.