Met de komst van hogere en bredere achtervleugels, en een veel simpelere voorvleugel, wordt de 'dirty air' achter de auto's minder. Hierdoor kunnen de auto's in theorie dichter op elkaar rijden, en zo ook meer inhaalacties uitvoeren. Wat eveneens helpt: is extra DRS-voordeel. Deze theorie is inmiddels ook gekwantificeerd door de FIA, bij monde van Nikolas Tombazis - de man die verantwoordelijk is voor de technische kant van de eenzitters. Hij geeft aan dat de FIA op basis van simulaties 10 tot 50 procent meer inhaalacties verwacht.
In Auto Magazine, een publicatie van de FIA, zegt Tombazis: "We were not expecting a huge delta in Australia, which is a difficult track at which to overtake in any case. Some simulations were showing a +10% increase of overtaking, assuming a similar evolution of a race, of course. In other races the same simulations expect a more sizeable increase, possibly to the tune of +50%."
Bovenstaand verhaal is uiteraard afhankelijk van het circuit: in Monaco zal nog steeds niet veel meer ingehaald worden, maar op conventionelere circuits wel. Wat we hierbij willen aanstippen is dat het de racers ook veel makkelijker wordt gemaakt doordat extra DRS-zones in het leven worden geroepen. In de derde DRS-zone in Bahrein was dit overduidelijk te zien: hier hadden coureurs die werden ingehaald geen schijn van kans. Zelfs Sainz spoot onder DRS in zijn McLaren aan Verstappens Red Bull voorbij, en Hamilton kon buitenom bij Vettel. Met echt racen heeft dat niet veel meer te maken, dus het is te hopen dat de raceleiding dit jaar een balans weet te vinden.