Eindelijk. Justitie gaat rondtrekkende bendes serieus aanpakken

Het heeft zich de laatste jaren tot de ware plaag van de middenstand en weerloze bejaarden ontwikkeld: rondtrekkende bendes Oost-Europeanen die alles jatten wat los en vast zit. Hen hangen nu zwaardere straffen boven het hoofd.

Open grenzen zijn fijn voor wie graag een beetje doorrijdt tussen landen, maar het is niet altijd een zegen. Vooral sinds roversnesten Roemenië en Bulgarije in 2007 toetraden tot de Europese Unie lijkt het aantal zeer mobiele bendes dat actief is flink aan te zwellen. 'Mobiel banditisme' heet dit in vaktaal, en het is een zeer geëmancipeerde vorm van criminaliteit: vrouwen zijn keurig vertegenwoordigd in deze beroepsgroep - zij lullen volledig zonder scrupules weerloze bejaarden van hun spaarcentjes, of rollen ze in supermarkten.

Nu wordt er de laatste jaren absoluut slagvaardig opgetreden tegen deze moderne sprinkhanenplaag, met controles en gerichte acties (riep iemand daar 'etnisch profileren'?). Echter, je kunt nog zulke goede agenten hebben, maar als hun klanten de dag nadat ze in de kraag zijn gevat met een dikke glimlach weer op straat staan is het uilen naar Minerva brengen. Het OM reageert daarom met een nieuwe richtlijn, die morgen in werking treedt. Mobiel banditisme wordt hierin geschaard onder de internationale georganiseerde criminaliteit, waarvoor zwaardere strafeisen gelden.

De Telegraaf tekent op: "Bij een enkelvoudige diefstal eist een officier minimaal een maand onvoorwaardelijke celstraf. Bij iedere diefstal extra komt daar een maand bij. Een rover die tien keer toeslaat kan rekenen op een strafeis van elf maanden. Als het een recidivist is zelfs het dubbele." Wat ons betreft gooi je dit soort vullis de derde keer dat je ze betrapt gewoon zonder zwemvest ergens in de Noordzee, maar ja: een rechtstaat werkt een kant op. Je bestraft kwaadwillenden humaan en zij blijven je land gewoon als hun eigen pin-automaat gebruiken.