Lauda werd in 1975 en 1977 wereldkampioen voor Ferrari, en in 1984 voor McLaren, maar meer dan dat werd zijn carrière (en verdere leven) gedefinieerd door de horrorcrash op de Nürburgring tijdens de Duitse GP van 1976. Hij verbrandde bijna levend, en ademde veel giftige rook in. De Brit Guy Edwards trok hem uit zijn brandende wrak, en zes weken later zat hij alweer achter het stuur in de Grote Prijs van Italië, maar de rest van zijn leven hield hij last van een zwakke gezondheid.
Tot vorig jaar was Lauda een zeer prominent figuur rond de Formule 1-wedstrijden. In zijn rol als adviseur voor het Mercedes-team was hij altijd in de paddock te vinden, daarnaast schroomde Lauda niet om zijn ongezouten mening te geven over gebeurtenissen in de sport. In augustus 2018 werd bekend dat Lauda een longtransplantatie had ondergaan, en voor lange tijd uit de openbaarheid zou verdwijnen. Er werd toen echter nog verwacht dat hij ergens gedurende dit seizoen weer terug zou keren bij Mercedes. In januari 2019 werd Lauda opnieuw opgenomen in het ziekenhuis, met griep.
Een van Lauda's gezondheidsproblemen waren zijn nieren. Hij onderging al twee niertransplantaties, en zijn nieren waren ook de reden voor zijn laatste opname in een Zwitserse privékliniek.
Niki Lauda was naast coureur ook zakenman: hij richtte meerdere vliegmaatschappijen op, en was daarnaast zelf ook een fanatiek piloot. Zijn rivaliteit met James Hunt werd uitgebreid uitgemeten in de film Rush (2013). Hij laat vijf kinderen na: een tweeling (2009) uit zijn laatste relatie, en drie zoons uit eerdere relaties.