Na de tweede dubbele DNF van het seizoen (de eerste was in Bahrein, met nog vier ronden te gaan) staat Renault zesde in de tussenstand bij de constructeurs, nog achter klantteam McLaren en Red Bulls kleine zusje Toro Rosso. En dat is best ongemakkelijk voor een team met de ambitie om weer wereldkampioen te worden.
Drievoudig wereldkampioen Alain Prost is al sinds Renault het Lotus-team in 2015 overnam aan het Franse team verbonden als adviseur, een zelfde rol als Niki Lauda tot zijn dood bij Mercedes had. Vanaf nu krijgt de kleine Fransman met de markante haakneus een meer formele rol bij de geel-zwarte equipe: hij vervangt Thierry Boloré - die CEO werd van Renault - in de raad van bestuur van het F1-team. De 64-jarige Prost reed van 1981 tot en met 1983 zelf voor Renault, maar won geen titels voor het merk. Later wel voor McLaren-Honda (en Williams-Renault), maar dat terzijde.
Het is de vraag in hoeverre Prost iets voor Renault kan betekenen. Het grote probleem bij de Fransen zit hem in de betrouwbaarheid: Renault heeft dit seizoen in zijn eentje de helft van alle uitvalbeurten met een technische oorzaak voor zijn rekening genomen. Dus tenzij Prost hoogstpersoonlijk V6'en en MGU-K's in elkaar gaat schroeven hoeven we op dat vlak geen directe verbetering te verwachten. Voor Red Bull Racing lijkt de keuze op Honda over te stappen in ieder geval een uitstekende te zijn geweest.
Renault-coureurs Ricciardo en Hülkenberg staan na 11 races respectievelijk elfde en veertiende in het klassement.