In het idee, waar Auto, Motor und Sport over bericht, wordt er op zaterdag een mini-race verreden, over een afstand van 100 kilometer. Dit is een derde van de volledige raceafstand. De startopstelling is het omgekeerde van de stand in het kampioenschap. Volgens dit scenario zou de eerste rij op Spa de Williams-auto's omvatten, met Giovinazzi en Grosjean hierachter, en op de achterste rij de twee Mercedessen. De uitkomst van deze race - op Spa 14 rondjes - bepaalt vervolgens de startopstelling voor zondag.
Als de krachtsverschillen even groot zijn als nu, zal er in dit nieuwe concept niet veel veranderen: de drie grote teams stoten in no-time door naar de kop van het veld, alleen hebben de Mercedessen in dit scenario wel het probleem dat ze Red Bull en Ferrari nog voorbij moeten. Bovendien is het risico op schade groter, omdat er eerst door het veld gesneden moet worden. Op circuits als Monaco maken de backmarkers zo bovendien een grote kans op de overwinning. Ze hoeven alleen maar de deur dicht te houden. Om dit probleem af te vangen is het plan dit format op slechts vier races van de kalender in te voeren, op banen waar het niet onmogelijk, maar ook niet supermakkelijk is om er voorbij te komen: China, Spanje, Frankrijk, en misschien ook Nederland.
Het idee is wel aardig, maar we vragen ons af of het ook op de zegen van de grote teams kan rekenen. En ja, dat is een retorische overweging. Bovendien: wat is er mis met een rondje heel snel vlammen, en zo het maximale uit de bolide te halen? Aan de andere kant: de huidige kwalificatiesessies laten zich vooraf al voor 90% invullen, dus dat is ook niet ideaal. U vindt het artikel van AMuS hier.