Het uiterlijk van de VF-16 oogt wat minder Amerikaans dan de clichédenker zou verwachten. Helaas: geen vreselijk ostentatieve oversized stars & stripes, afgewisseld met McDonalds- en Budweiser-logo's. Evenmin plaatjes van Conway Twitty, 12-gauge shotguns, bald eagles en een Rebel Flag of twee, dus ook weinig om op te haten. De livery is een zwart-rood-zilver combo, waar niet veel op- of aan te merken valt.
Toch wordt de afkomst niet verloochend: op de sidepod prijkt een bescheiden Amerikaanse vlag. Het meeste werk van het team wordt overigens - net zoals bij Mercedes - in het Verenigd Koninkrijk verzet, maar dat terzijde.
De racestal van Gene Haas heeft gezorgd voor degelijke hardware. Achter de ervaren Franco-Zwitser Grosjean en de in de hoofdklasse wat minder ervaren Mexicaan Gutiérrez draait een Ferrari-V6'je zijn belachelijk laag begrensde toerental (brandstofverbruik, he...). En dan bedoelen we niet een oud 2015-afdankertje, zoals in de Toro Rosso waarin het dynamic duo Verstappen en Sainz het veld gaan pwnen, maar eenzelfde krachtbron als Seb en Kimi dit jaar in hun SF16-H hebben liggen.
Dan de naam. Volgens Haas is het een hommage aan “the first CNC machine manufactured by Haas Automation, the VF-1, launched in 1988.”
De teambaas wordt de in de F1 gelauwerde Günther Steiner (nee, niet Günther Schneider, stelletje Teeuwen-fanboys), en verder moeten we maar eens aankijken hoe Haas zijn F1-debuutjaar door komt. Eigenaar Gene Haas tempert de verwachtingen alvast door te stellen dat de auto de eerste jaren waarschijnlijk achterin zal meedoen. Onamerikaans bescheiden, of gewoon een slimme manoeuvre richting underdogstatus?