'Absurde politieke spelletjes maken het onmogelijk om in de Formule 1 te komen'

De Formule 1 is sowieso al een lastige sport om in te komen, maar voor sommige coureurs wordt het onterecht nog moeilijker gemaakt. Dat vindt Formule E-coureur Mitch Evans. Hij verwijst naar Nyck de Vries en Oliver Bearman als kenmerken van dit probleem.

Verschillende coureurs uit de Formule 1, namelijk Max Verstappen, Charles Leclerc en George Russell

Dat de Formule 1 een moeilijke sport is om in te komen, is geen geheim. De lijst met coureurs die het zonder succes geprobeerd heeft is eindeloos. Ieder jaar weer komen er nieuwe coureurs op via de lagere raceklassen, alleen om te horen te krijgen dat er geen ruimte voor hen is.

Een van die coureurs is Mitch Evans. Nadat hij de Formule 3-titel won in 2012 kwam hij niet hoger dan vierde in de Formule 2. Na een paar jaar probeerde Evans dat de Formule 1 hem niet ging worden en dus probeerde hij het in de Formule E. Dat bleek een goede keuze. De afgelopen vier seizoenen eindigde Evans als vierde, tweede, derde en tweede. Lang niet slecht dus.

Toch is Evans nooit echt in aanmerking gekomen voor een Formule 1-zitje. Sterker nog, in de elf jaar dat de Formule E nu loopt, is er slechts één coureur van de Formule E naar de Formule 1 gegaan en dat was Nyck de Vries. Andersom gebeurt vaak genoeg: coureurs die al snel hun F1-zitje kwijt zijn of die een stop zetten achter hun F1-carrière maken nog wel eens de overstap naar de Formule E.

Geen erkenning voor Formule E

Het geeft volgens Evans aan dat de Formule E niet serieus genomen wordt. “Het lastigste is nog wel om een F1-test te krijgen”, vertelt de Nieuw-Zeelander aan Total-Motorsport.com. “Ik had al wel eens simulatortests gedaan, ik was sneller dan andere coureurs, ik was altijd competitief, maar het betekent helemaal niets. Je hebt een of andere absurde situatie nodig. Zelfs om maar een zitje als reservecoureur te krijgen, daar betalen sommige jongens nu al voor. Het is bizar.”

De kern daarvan zit hem volgens Evans in de politieke spelletjes die in de Formule 1 worden gespeeld. “Als je echt doorkrijgt hoe het allemaal werkt, dan is deze sport echt kapot. Neem Nyck de Vries bijvoorbeeld. Hij zou nooit een kans hebben gekregen in de Formule 1, toen had hij een schot voor open doel toen Alex Albon ziek werd, hij deed het goed, en ineens is hij de beste coureur ooit. Terwijl hij gewoon dezelfde coureur is als al die jaren daarvoor.”

“Hetzelfde met Oliver Bearman”, vervolgt Evans. “Hij is een prima coureur, maar een week [voor zijn debuut in Saoedi-Arabië] kwalificeerde hij zich als achttiende. Dan krijgt hij plotseling een kans in een Ferrari. Hij deed het redelijk, maar hij zat ook in een van de beste auto’s en daardoor krijgt hij nu een kans. Het is allemaal een kwestie van beeldvorming. De enige manier waarop de teams je nog een zitje aanbieden is als je een of andere bizarre kans krijgt.”

Weinig ruimte voor rookies in F1

Evans is niet de eerste die dit probleem aankaart. De afgelopen jaren heeft de coureursmarkt van de Formule 1 redelijk op slot gezeten. Dat komt deels door een hele generatie jonge talenten die ongeveer tegelijkertijd binnenkwamen, en deels doordat de oudere coureurs langer kunnen blijven. Het resultaat is dat Formule 2-kampioenen Felipe Drugovich en Theo Pourchaire geen kans lijken te maken op een zitje, en andere veelbelovende jonge talenten zoals Liam Lawson eindeloos aan de zijlijn blijven staan.

“De teams durven je niet meer gewoon een kans te geven”, analyseert Evans. “Je kan nog zo’n goede carrière hebben gehad in de juniorenklassen, en geweldige resultaten boeken in de simulator, maar dan krijg je nog steeds geen kans. Het slaat nergens op. Veel andere coureurs krijgen kansen omdat ze geld meebrengen. Kijk maar naar Sergio Perez, hij levert Red Bull heel veel geld op en daar kun je gewoon niet tegen opboksen. Hij is een prima coureur, maar daar neem je het niet tegen op. Het is een hele rare sport, want het gaat niet alleen maar om je prestaties.”