De afgelopen tijd was de organisatie van de Dutch Grand Prix verwikkeld in een rel met kaartverkoper Platinium. Platinium had €30 miljoen betaald voor kaartjes voor de race op Zandvoort, specifiek zodat Platinium deze kaartjes in het buitenland kon verkopen. De groep doet dit wel voor meer races van de Formule 1, zodat de organisaties dat niet zelf hoeven te regelen.
Platinium kreeg het echter aan de stok met de organisatie van de Nederlandse race. Platinium beweerde namelijk het alleenrecht op tickets in het buitenland te hebben, maar volgens de groep had de organisatie van de Dutch Grand Prix die overeenkomst geschonden. De winkel van Max Verstappen verkoopt namelijk ook kaarten in het buitenland, en dus vond Platinium dat het niet langer het volledige bedrag aan de Dutch Grand Prix hoefde te betalen.
Technisch gezien heeft Platinium daarin gelijk: de shop van Verstappen verkocht inderdaad kaartjes in het buitenland. Maar, zo beargumenteerde de organisatie van de Dutch Grand Prix tegenover de rechter, dat is een verwaarloosbaar aantal. Platinium had 35.000 kaartjes gekregen en had daar vorig weekend nog 8.500 van over. De shop van Verstappen had slechts 590 kaartjes in de aanbieding. Niet genoeg dus om Platinium in de weg te zitten, en al helemaal niet genoeg om het resterende achterstallige bedrag van €3 miljoen te verantwoorden.
De rechter ging daarin mee en heeft Platinium nu opgedragen om het volledige bedrag alsnog te betalen. Ook benadrukt de rechter dat de afspraak tussen Zandvoort en Platinium voor volgend jaar ook nog steeds gewoon bindend is.
“We zijn natuurlijk erg blij met de uitspraak”, reageert Robert van Overdijk, directeur van circuit Zandvoort. “Ik denk dat het vooral heel mooi voor ons is, dat is bevestigd dat wij alle afspraken die we met partijen maken keurig nakomen. We kunnen dit wat ons betreft nu afsluiten en ons richten op weer een uniek weekend.”
- NL Beeld / Proshots