Met hoe spannend de strijd in de Formule 1 is dit jaar tussen de vier topteams, zouden we haast vergeten dat vorig jaar een ander team ook nog in die categorie viel. Aston Martin was in de eerste helft van 2023 zonder twijfel de sterkste uitdager van Red Bull. Fernando Alonso behaalde maar liefst zes podiums in de eerste acht races.
Maar daar is dit jaar niets meer van over. McLaren, Mercedes en Ferrari zijn allemaal Aston Martin voorbij gegaan. En waar die teams vechten voor de overwinning en het podium, mag Aston Martin blij zijn als ze punten behalen. In Monza was dat afgelopen weekend niet veel anders: Alonso eindigde de race als elfde, achter de Williams van Alexander Albon en de Haas van Kevin Magnussen. Zijn teamgenoot Lance Stroll vecht intussen met Nico Hulkenberg en Yuki Tsunoda in het kampioenschap.
“Wij kunnen er ook niets aan doen”, reflecteert Alonso tegen de media in Monza. “We zijn afhankelijk van het team. Lance en ik, wij doen ons best iedere week. We moeten geduld hebben en begrijpen dat 2026 het echte doel is. Maar tegelijkertijd zitten we nu gewoon achter de vier topteams. Ik denk dat we dat nog kunnen accepteren als team. Dat zijn gewoon topteams en zij liggen ver op ons voor. Maar dat we nu ook achter Williams, Haas en RB zitten, daar moeten we echt aan werken. Het moet beter dan dit.”
Intussen hangt het in de lucht dat topontwerper Adrian Newey binnenkort de overstap naar Aston Martin gaat maken. Hoewel het natuurlijk een mooi vooruitzicht is voor Alonso, erkent hij ook dat de problemen vrij fundamenteel zijn.
“Het is denk ik niet de taak van één man om alles op te lossen. Het gaat er meer om wat we nu hebben en wat we nu produceren. We moeten begrijpen wat er op dit moment wel en niet werkt en we moeten proberen ons beter voor te bereiden op 2025.”