Aston Martin is flinke stappen aan het zetten. Het team heeft recentelijk de renovatie van het nieuwe ontwikkelingscentrum afgerond. Honda wordt vanaf 2026 de exclusieve motorleverancier van Aston Martin. En deze week werd officieel bevestigd dat topontwerper Adrian Newey vanaf volgend jaar aan de slag gaat bij het team.
Honda en Newey komen allebei uiteraard over van Red Bull, waar het stukje bij beetje minder goed begint te gaan. Dat heeft gezorgd voor de nodige onvrede bij Max Verstappen, die met de dag meer bereid lijkt te zijn het team achter zich te laten. Mercedes hengelde al vrij openlijk naar de handtekening van Verstappen, maar zover kwam het uiteindelijk niet. Een optie voor 2026 ligt nog steeds op tafel, maar mogelijk dat Mercedes nu concurrentie krijgt van Aston Martin als het gaat om Verstappen.
“De deur staat altijd open voor Max Verstappen”, grijnst Aston Martin-teambaas Mike Krack tegenover de media in Baku. “Dat je iemand als Adrian Newey aan je weet te binden, bewijst dat je een geloofwaardig project hebt. De visie van Lawrence Stroll bestaat uit meer dan alleen woorden. Er wordt daadwerkelijk actie ondernomen om die visie werkelijkheid te maken. Dat geeft ons ook veel vertrouwen als team. We kunnen dingen voor elkaar krijgen. Dat vraagt dan misschien ook om een andere benadering ten opzichte van partners en coureurs. Ik denk dat dit heel veel deuren gaat openen in de toekomst.”
Wat die andere benadering dan precies is, wil Krack niet zeggen. Fernando Alonso tekende eerder dit jaar een nieuw contract tot en met eind 2026. Lance Stroll werd ook voor langere termijn vastgelegd. Dat klinkt misschien niet zo gek, aangezien hij toch zeker was van een zitje zolang zijn vader het team nog in handen heeft. Maar tot nu toe zat Stroll steeds op een ‘rolling contract’, wat betekent dat er per jaar gekeken werd of het nog verlengd moest worden. Nu heeft hij daadwerkelijk een contract voor meerdere jaren getekend. Dat betekent dat er - op papier in ieder geval - geen ruimte is voor Verstappen in 2025 of 2026.