Anderhalf jaar nadat Lightyear een doorstart maakte, heeft het autobedrijf een mooie tien miljoen euro opgehaald om aan nieuwe projecten te werken. Het bedrag moet vooral dienen om het technische team uit te breiden.
Lightyear kwam in 2016 op de markt met een grote belofte. Het bedrijf wilde namelijk een auto maken die op zonne-energie draait. Het was op zich geen gekke ontwikkeling, want deze technologie wordt in verschillende opzichten al gebruikt. Denk bijvoorbeeld aan de auto’s van de TU Delft die altijd - met succes - meedoen aan de World Solar Challenge.
Maar dat bleek makkelijker gezegd dan gedaan. De productie van de Lightyear 0 verliep moeizaam en in 2023 werd het bedrijf failliet verklaard. Er waren nog plannen om het model aan te passen naar een versie die beter geschikt is voor de openbare weg, genaamd de Lightyear 2. Dat werd nooit uitgeprobeerd, maar in april 2023 maakte Lightyear toch een doorstart.
De focus is sinds die doorstart wel veranderd. Lightyear probeert niet langer een zonneauto te maken. In plaats daarvan richt het bedrijf zich nu op het ontwikkelen van groene technologieën voor duurzame auto’s. Daarbij staat de ontwikkeling van zonnepanelen voor personen- en bedrijfsauto’s voorop. Dat is dus ook waar de nieuwe investering van 10 miljoen voornamelijk op gericht is.
“Na een uitdagend jaar zorgen deze investeringen ervoor dat de productie wordt voortgezet van zeer efficiënte on-board-zonnesystemen voor voertuigen, zoals zonnepanelen op autodaken”, schrijft Lightyear in een persbericht. “Hierdoor wordt de technologie breed beschikbaar voor autobedrijven. De technologie biedt een enorme kans om mobiliteit te veranderen door maandenlang te rijden zonder op te laden.”
Dat bedrag van 10 miljoen is de grootste investering sinds de doorstart. Hoewel het klinkt als een groot bedrag, is het een stuk minder dan Lightyear eerder had. In 2019, toen de productie van de Lightyear 0 begon, had het bedrijf een totaalbedrag van 185 miljoen opgehaald.