De wereld van de topsport is zeker niet makkelijk, en dat blijkt ook wel in de Formule 1. De afgelopen jaren zijn de coureurs meer en meer open over de last die de sport op hen legt en wat voor mentale druk zij ervaren. Sergio Perez nam een therapeut in de arm om te zorgen dat hij zijn problemen niet mee naar huis nam. George Russell deelde vorig jaar zijn eigen ervaringen met psychologen. En ook Lewis Hamilton heeft nu gedeeld hoe zwaar zijn vroege periode in de Formule 1 was.
Hamilton kwam in 2007 in de Formule 1 als de eerste zwarte F1-coureur ooit. De Brit heeft vaak gedeeld hoeveel hij met racisme te maken kreeg in die eerste jaren. Maar zelfs daarvoor was het al lastig, vertelt hij in een interview met The Times. Sinds hij op zesjarige leeftijd begon met karten, heeft hij het moeilijk gehad.
“Het had te maken met de druk van het racen en de moeite die ik had met school”, vertelt Hamilton. “Ik werd gepest. Ik had niemand om mee te praten. Ik heb mijn hele leven geworsteld met mentale gezondheid. Al vanaf een jonge leeftijd, toen ik dertien was ofzo, had ik al last van depressie. Toen ik in de twintig was, had ik echt een paar hele moeilijke fases.”
Die periode ligt inmiddels al een tijdje achter Hamilton. In de loop der jaren is het hem beter gelukt om die gedachtes een plekje te geven en om te gaan met zijn problemen. Tegenwoordig ziet hij zichzelf als een stuk volwassener.
“Je leert allerlei dingen van je ouders, je merkt patronen op. Je krijgt gevoel voor hoe je op dingen kan reageren, hoe je er mee om kan gaan. Waar ik vroeger boos om zou worden, doet me tegenwoordig een stuk minder. Ik ben nu een stuk verfijnder in dat opzicht.”