Eerste bewijsstuk: Porsche Panamera station. Nou ja, bewijsstuk klinkt wat al te wensdenkend. Laten we het een hoopvolle aanwijzing noemen. Dat Porsche überhaupt een station op de verder niet erg lucratieve stationmarkt brengt, is al fijn. Misschien een teken dat ze daar ook denken: godverdomme, die Cayenne van ons, dat is toch ook gewoon een snoeiharde Anne Frank-grap op 4 mei. Kan gewoon niet.
Want laten we elkaar geen mietje noemen, het design van SUV's is niet hun sterkste punt. Integendeel. In het ontwerpboek voor deze grotekse uitingen van poenerigheid staat het volgende: men neme een vijftigjarige man met morbide obesitas; men lichte zijn scalp net boven het oor; men schildere de afgenomen homp vetvlees in stemmige Teutoonsche kleuren en zie hier, uw model voor de koets van een Sports Utility Vehicle gegarandeerde cashcow.
Dieptepunten en devote volgers van deze school waren de laatste generatie Audi's Q7 (de nieuwe is al aangekondigd en ziet er wat stationer uit) en de nieuwe Bentley Bentayga. Koop anders gewoon een transparante plastic tas, neem een paar duizend euro in contanten op en paradeer ermee door de PC.
Dus ja, iedereen met meer cerebrale kansen dan een kansenjongere ziet het probleem. Dus hoop met ons mee en bid dat de SUV niet gekker kan en dat de terugschakeling naar de oervader, de station, de shooting break, de wagon, even noodzakelijk is als het verontwaardigde gekrijs van driehoog-achter-makelaars in de comments over deze optatief.