Vooruitgang. We gaan weer naar de garage

Doorrijden tot werkelijk alle waarschuwingslampjes branden is er niet meer bij. Nederlanders gaan weer naar de garage en trekken de portemonnee voor hun trouwe vierwieler.

De afgelopen jaren was uitstellen van onderhoud de norm bij veel automobilisten. Je kent ze wel, die types die de vluchtstrook bezet houden, omdat hun barrel in een slechtere staat verkeert dan het lichaam van Keith Richards. Daar is verandering in gekomen, want het aantal onderhoudsbeurten steeg in 2015 met 5,2 procent naar ruim 14 miljoen. De eerste stijging sinds 2012, waardoor de garage-omzet met 10,6 procent omhoog schoot naar ruim 3,5 miljard euro. De klanten moesten dan ook meer dokken: van gemiddeld 237 euro in 2014 naar 249 euro per beurt vorig jaar.

De gestegen post-crisis populariteit van de garages is niet alleen goed nieuws voorde branche, maar ook voor de rest van de weggebruikers. Hopelijk vallen door beter onderhoud minder belabberd onderhouden wrakken stil op bijvoorbeeld een vijfbaans snelweg. Voor je het weet gooit Rijkswaterstaat een paar banen dicht om het wrak weg te halen en loopt de hele spits in de soep omdat jij te gierig was om je auto te verzorgen. Als we vertraging willen, gaan we wel met de trein, de plek waar je trouwens ook moet zitten als je geen geld hebt voor het in goede staat houden van je auto.