Waarom knalt Mercedes zo lekker in China?

Mercedes verkocht vorig jaar een whopping 33 procent meer auto's in China dan het jaar ervoor. En dat terwijl BMW nog geen twee procent groeide en Audi zelfs een tikje kromp. Hoe kan het merk dat lange tijd in China faalde daar nu winning zijn?

Wij dachten altijd dat we die opmars van Mercedes (die niet alleen in China plaatsvindt) in ieder geval grotendeels konden toeschrijven aan twee dingen. In de eerste plaats heeft Mercedes zich wat betreft design opnieuw uitgevonden. Weg is de taxi, verdwenen is de obsessie met bejaardenlogistiek. Mercedes bedacht rond 2012 dat jongere mensen misschien ook een geinige markt vormen. En dus ging het roer om en kregen we allemaal kekke modellen en geyle lijnen.

In de tweede plaats heeft Mercedes werkelijk elk klein gaatje van het modellenspectrum dichtgemetseld. Vooral in de SUV-sector zijn wij inmiddels tel en naam van alle verkrijgbare Mercs kwijt. Het zijn bloedeloze ondingen, maar SUV's zijn uitstekend voor de omzet. Maar deze factoren kunnen de opmars niet geheel verklaren. Hoe kan Mercedes het vooral in China zo ontzettend goed doen momenteel?

Het antwoord komt, vreemd genoeg van de Audibaas in China, Joachim Wedler. Wedler stelt dat Mercedes, BMW en Audi even competent geleid worden, vergelijkbare kennis en expertise hebben en praktisch elkaars gelijken zijn. Dat wil niet zeggen dat ze alledrie hetzelfde marktaandeel hebben, maar in volwassen markten is dat vaak wel zo (Europa) of is er een ontwikkeling richting dat evenwicht gaande. Dat laatste geldt bijvoorbeeld voor Audi in Amerika, dat begint in te lopen, en Mercedes dat in China hetzelfde doet.

Volgens Wedlers theorie is het niet meer dan logisch dat Mercedes in China marktaandeel terugpakt. Het merk maakte een aantal management-beslissingen in de beginjaren van de Chinese expansie die gewoon slecht zijn uitgepakt. Terwijl Audi al sinds 1988 auto's produceerde in China om de importtarieven van 25 procent te ontlopen, kwam Mercedes aankakken in 2005. 

Daarna nam het merk ook nog de onfortuinlijke beslissing om zijn homegrown en in Europa geproduceerde E- en C-klassen in aparte showrooms te verkopen. Die distributielijnen waren nodeloos gecompliceerd en er waren bovendien te weinig showrooms. De Ster kreeg door dit mismanagement gewoon geen voet aan de grond in China. Niet heel raar.

Nu dat allemaal wordt rechtgetrokken, kan het oude spel van stuivertje wisselen tussen de Duitse Grote Drie weer beginnen.