Sommige mensen houden meer van geld dan van auto's. Die mensen zijn te herkennen aan ofwel hun IKEA-interieur, ofwel hun horloge ter grootte van een scheepskompas. Die laatste groep is ook geregeld maar zeer kortstondig in het bezit van een klassieke Ferrari, want investeringen in Italiaanse onvolkomenheid renderen zo lekker. Ferrarietje kopen voor anderhalf miljoen en de bolide twee jaar later voor het dubbele laten afhameren. Zo rollen de snelle jongens.
Natuurlijk mag dat. Maar meer respect hebben wij voor de eigenaar van de heerlijke 275 GTB/4 (wat voor vier nokkenassen of '4-cam' staat) die de auto gedurende veertig jaar heeft verzorgd zoals BN'ers claimen met asielzoekers om te gaan. Hij liet de glorieuze 3.3 V12 van de grond af herbouwen en zorgde er in 1996 voor dat de auto tot het laatste draadje handwerk werd gereviseerd. In totaal kostte het onderhoud hem tweehonderdduizend dollar. Kijk, dat is tamelijk onvoorwaardelijke liefde, met een snufje OCD.
Begrijpelijke liefde, overigens, want er werden slechts 280 van GTB/4's gemaakt. Het design is van Pininfarina dat in metaal werd gedwongen door Scaglietti, de favoriete metaalhouwer van Enzo Ferrari himself. Het voelt allemaal heel erg als een automotive supergroup die een auto maakte waarmee destijds zelfs Brigitte Bardot te verleiden was - en nu zeker.
Natuurlijk denkt u nu: godverdomme, ik wil een stukje van die actie. Dan is het leuk om te weten dat de auto in september 1967 werd verkocht door een Romeinse showroom. Tot midden jaren zeventig was de auto in handen van nog twee eigenaren, om - heel vintage - via een advertentie in de New York Times de aandacht te trekken van de huidige eigenaar. 5 Juni wordt-ie afgehamerd bij Bonhams voor het geschatte bedrag van drie miljoen dollar.