Le Mans: zo veel ingewikkelder zijn racestuurtjes geworden

Vroeger was een stuur een stuur. Tegenwoordig is het een multifunctioneel inputmechanisme met meer mogelijkheden dan een Thaise massagesalon, en moet je er als coureur serieus tijd in stoppen. Kijk maar eens hoe LMP1-sturen zich ontwikkeld hebben.

Al lijdend voorwerp nemen we Audi, de enige constante factor in het LMP 1-circus sinds eind jaren '90. Het begon in 1999 met de Audi R8 (met twin-turbo V8), waarvan de naam later werd gerecycled voor de bekende productieauto. Vanaf 2016 ging Audi aan de diesel met achtereenvolgens de R10 TDI (V12), R15 TDI (V10), en inmiddels zijn we al weer eventjes bij de R18 (V6) aanbeland, het model waar de dichte cockpit zijn herintrede deed.

Op bovenstaande foto zien we overigens het stuur van een R8 naast dat van de 2013 R18 e-tron quattro.

15 jaar is in mensenjaren redelijk wat, in racejaren is het een eeuwigheid. In 2001 zat er nog bijna niets op het stuur, en werden veel functies (zoals de brandstofpomp) met ouderwetse schakelaars op het dashboard geregeld. Het bewuste model hieronder werd overigens in 2012 te veil aangeboden.

Meer knoppen en een groter hart. En voor het eerst zien we ook een display, zij het met vrij grote pixels. 4K moest nog uitgevonden worden.

Een kleine stap vanuit de R10. Enkele knoppen er bij en meer info op het display verwerkt.

De knopjesinflatie kreeg de laatste jaren pas echt tractie, en culmineerde in dit woud van toetsen. Het hart werd nog een stukje verder uitgebreid, maar de gehele breedte nam niet toe. Je moet hem nog wel met je duimen kunnen bedienen.

In een jaar tijd verandert niet zo veel, we hebben nu ook een handige infographic toegevoegd, met uitleg van alle knopjesdingen.