Gereden: Porsche Boxster oud versus nieuw

Dit is niet alleen een test tussen een oude en een nieuwe Porsche, maar ook tussen een zes- en viercilinder. Tussen atmosferisch en turbocharged. Tussen de oorsprong en de evolutie.

Laten we maar meteen eerlijk zijn. Onze oude Porsche Boxster (986 uit 2001) maakt geen schijn van kans tegenover de gloednieuwe 718 Boxster (nu) als het gaat om prestaties. De bejaarde 2,7 liter zescilinder reed met 220 pk uit de showroom en is in de loop van de tijd ongetwijfeld enkele paarden kwijt geraakt, terwijl de 718 liefst 300 pk onder de motorkap heeft zitten. 

Dat zorgt ervoor dat de jongere generatie meteen de overhand heeft op het asfalt. Op het moment dat de oude rakker zijn grip op het wegdek kwijt raakt, graaft de nieuweling zich extra diep in. De jeugd is de baas en zo hoort het ook. Elke nieuwe generatie moet een verbetering zijn op zijn voorganger, immers.

Het blijft een Porsche, dus het uiterlijk heeft in de afgelopen vijftien jaar slechts een kleine evolutie meegemaakt. Wat opvalt zijn de vele details die na al die jaren zijn gebleven. Neem bijvoorbeeld de integratie van het derde remlicht, de vorm van de uitlaat of de manier waarop het open dak achter de stoelen ligt.

De onpopulaire spiegeleieren als koplampen van het oudje zijn ondertussen verdwenen, wat in het voordeel van de nieuweling spreekt. De 718 kenmerkt zich echter weer door een opstaande rand op de kont die niet bij iedereen in de smaak valt. Zeker niet met die enorme Porsche-naam erop. Laten we het een gelijkspel noemen.

Het interieur is een ander verhaal. Als fabrikanten ergens wel grote stappen hebben gemaakt in de afgelopen decennia dan is het wel in de leefomgeving van de petrolfiel. Van een basic stuurwiel en een FM-radio/cd-speler naar een duotoon lederen bekleding met een geavanceerd infotainmentsysteem. In vergelijking met de nieuwe auto is de 986 een klassieker die een plek in een stoffig museum verdient.

Vooruitgang heeft niet alleen maar gewenste effecten opgeleverd. Ook Porsche voelt tegenwoordig de drang om ijsbeertjes te redden en iets aan uitstootcijfers te doen. Nu zijn daar binnen de Volkswagen Group uitstekende softwareprogramma's voor, maar Porsche negeert dat en grijpt naar de paardenmiddelen downsizing en turbocharging. De Duitsers hebben twee cilinders volledig overbodig verklaard, waardoor de 718 nog maar een 2.0 viercilinder achter de stoelen heeft liggen. Een turbo zorgt ervoor dat ondanks het verlies in cilinders er wel meer vermogen beschikbaar is.

Hoewel de huidige Boxster sneller is dan ooit, doet de overstap naar de vierpitter wel af aan de beleving. De motor braakt een diepere brul uit, maar met name met stabiele toerentallen, op bijvoorbeeld de snelweg, kan dat verzanden in een monotone dreun. Ook is de vermogensopbouw aan de bovenzijde van toerenrange een stuk vlakker. Met de oude zescilinder nam het spektakel hoger in de toeren alleen maar toe. Hoe dichter bij de red line, hoe harder de duw in je rug en hoe extremer de schreeuw uit de uitlaat. Bij de viercilinder vlakt die opbouw een paar duizend toeren voor je schakelpunt af, waardoor je voor je gevoel minder naar een hoogtepunt toe werkt. Met nadruk op 'je gevoel', want in werkelijkheid ga je al te hard voordat je 'flitser in de berm' kan zeggen.

We kunnen natuurlijk niet anders dan concluderen dat de nieuwe 718 Boxster de betere auto is hier. Vermogen, wegligging, interieur, afwerking en elektronica: op alle gebieden boekt Porsche enorme vooruitgang. Toch weet de oude 968 goed van zich af te bijten. Op het compleet onmeetbare segment van beleving pakt hij belangrijke punten terug dankzij het verslavende effect van het in de toeren jagen van een atmosferische krachtbron. Voor deze beleving helpt het ook dat het om een handbak gaat, maar die is op de nieuweling gelukkig ook nog steeds te krijgen. Iets dat we aanraden, want de PDK heeft soms moeite met de overschakeling tussen rustig rijden en een sportief stukje gassen. Een probleempje dat bijvoorbeeld opvalt als je plots een vrachtwagen wil inhalen. Scheelt je ook weer bijna drie ruggen bij het aanvinken van de optielijst.

Mocht geld überhaupt een belangrijke rol spelen, dan speelt de oude Boxster nog even zijn laatste troef. Uiteraard zijn tweedehands auto's goedkoper dan gloednieuwe modellen. Maar met prijzen vanaf 10.000 euro of zelfs minder is de eerste generatie van de cabriolet wel heel betaalbaar geworden. Ter vergelijking: als je de 20 inch wielen (3.394 euro), PDK (2.985 euro), sportstoelen (2.389 euro) en Porsche Connect Plus (1.245 euro) aanvinkt op de optielijst van het nieuwe model kom je op hetzelfde bedrag uit.

Hierdoor vormen eigenlijk beide modellen een interessante propositie. Mocht je het geld hebben (vanaf 67.800 euro) dan heb je met de nieuwe Boxster als totaalpakket de beter auto. Maar zit je niet zo ruim kas, dan kan je tegenwoordig voor een fractie van dat bedrag een auto krijgen die niet veel prijs geeft op de 718 en in sommige details zelfs meer plezier levert.