In 2019, precies twee eeuwen nadat de SUV-hype begon, stapt Lamborghini ook nog even in deze uiterst lucratieve spiegeltjes-en-kraaltjesmarkt. En wel met de Urus (of een gelijkend product). De Italianen van de lange lunches en de evenzo lange pauzes tussen hun V12-vlaggenschepen, doen dat vol vertrouwen. Lamborghini verwacht zijn jaarlijkse productie honderd procent te kunnen opschroeven.
Naar hun verwachting zullen de orders voor de Urus namelijk minimaal drieduizend exemplaren per jaar bedragen. Volgens Lamborghini zal de jaarproductie oplopen tot zevenduizend auto's, als de Urus eenmaal uitgeleverd wordt. Natuurlijk hoort daar het obligate praatje bij dat het merk zijn supercar credentials niet wil opgeven en vooral geen SUV-spijtoptant wil worden, maar niemand die daar ooit aan zou twijfelen.
Om toch een beetje exclusief te blijven, wil Lambo een productieplafond introduceren. Niet voor zijn SUV's, zo dom zijn ze niet, maar wel voor de supercars. Maximaal 3.500 per jaar. Dat betekent dat de Italianen mikken op vijfhonderd meer Uri per jaar dan ze nu aangeven. Anders was de stop er wel ingedrukt bij vierduizend Aventadors en Huracáns.
Het is allemaal wat tegenstrijdig, want Lambo-chef Domenicali zegt ook tientallen extra showrooms te openen en vijfhonderd man personeel toe te voegen aan het huidige bestand. Wij gunnen het Lamborghini van harte, maar eigenlijk is die productielimiet een spin. Het merk gaat gewoon veel meer produceren en minder exclusief worden.
Is dat erg? Nee, totaal niet. Lambo hoeft zich nergens druk over te maken. Het was altijd al het merk voor mensen die meer vermogen dan smaak hadden. Ex-paupers en pornografen. Dat is ook een markt en iedereen verlekkert zich aan hun auto's, dus wij zijn de laatsten om daar chic over te doen. Niks mis dus, maar doe dan niet alsof je Ferrari bent. Niemand rijdt naar Drakensteyn in een Lamborghini, zullen we maar zeggen. Dus zo exclusief hoeft het niet te zijn.