Citroëns designbroertje DS weigert sportieve auto's te maken, ondanks dat de DS3 zich prima leent voor een hot hatch. Met de Performance Line geven de Fransen nu een hint van sportiviteit zonder de daadwerkelijke performance. Teleurstellend.
"Sommige van onze klanten willen een auto met sportiviteit en elegantie. Daarom hebben we een auto ontworpen met een diepe GT instelling", zo begint het persschrijven van de pr-poppetjes bemoedigend. Daarna dooft al onze hoop op een echte hot hatch van het merk snel. Het concern nam niet de moeite om een speciaal model te ontwikkelen met een sportief uiterlijk en de bijbehorende techniek, maar heeft simpelweg een kwast gepakt. Het dak en de wielen zijn zwart geverfd, de spiegels en de achterbumper voorzien van een paar kleine gekleurde streepjes en een lading nieuwe logo's sieren het bodywork. DS trakteert je ook nog op een interieur met gekleurde stiksels, LED-verlichting en het laatste infotainmentsysteem.
Erg jammer, want dit is de petjes-manier van het sportiever maken van auto's. Citroën DS verlaagt zich nu tot het niveau van jongens die denken dat hun vijftien jaar oude Opel Astra sneller gaat met een tribal op de achterruit of een paar namen van rallymerken onder elkaar op de deur. All show and no go.
Dat het nieuwe pakket te krijgen is in combinatie met iedere motoruitvoering, die allemaal een stop-start-functie hebben, bewijst wederom dat DS het niet verdient om de term 'performance' te gebruiken. Wij slaan even over en wachten tot rustig af tot de Fransen met een echt sportief model komen.