Ferrari zweert trouw aan de atmosferische V12

De top van de Italiaanse supercars heeft een groot USP: een vrij ademende, immens grote V12 onder de kap. Door downsizing moet alles kapot, maar de V12 houdt bij Lamborghini en Ferrari dapper stand, ook in de toekomst.

Autoliefhebbers zullen altijd smachten naar wat ze niet kunnen hebben, en zodra iets dreigt uit te sterven wordt het des te begeerlijker. Dit verklaart de haast maniakale obsessie met de handbak in de afgelopen jaren, en hetzelfde liedje gaat op voor de atmosferische motor.  Nu bijna elke auto één of meerdere turbo's heeft zijn de heldendichten op de ongeblazen motor niet van de lucht. 

Ferrari maakt al sinds de jaren '50 atmosferische V12's (hartje), en lijkt niet van plan hiermee te stoppen. Als fabrikant voor wiens clientele het eigenlijk niet uitmaakt welk prijskaartje er op zijn auto's zit heeft het als één van de weinigen deze luxe. Door technologische vooruitgang kan bovendien de bovengrens van de V12 steeds weer een stukje opgerekt worden, waardoor we inmiddels in de hierboven afgebeelde F12tdf een 6.3 liter groot blok hebben dat 780 pk haalt, ver over de 8.000 toeren per minuut kan draaien, en in 7,9 seconden van 0 op 200 km/u zit.

De opvolger van de F12berlinetta, Ferrari's V12-vlaggenschip, behoudt volgens de Duitsmediaas zijn vrij ademende karakteristiek. Ook al kruipt de nieuwe V8-turbomotor qua vermogenscijfers (de 488 GTB zit al op 670 pk) dichter dan ooit tegen de V12 aan, klanten waarderen de directe respons en unieke rij-eigenschappen van de atmosferische V12 te veel om deze te verpesten met turbo's. De extra belasting die betaald moet worden voor meer CO2-uitstoot tikt de klandizie grif af, en aan een eventuele behoefte aan nóg meer pk's of accelererend vermogen kan ook worden voldaan door bijvoorbeeld een elektromotor te monteren, zoals op de LaFerrari al gebeurt.

En zo lijkt de toekomst van Ferrari zich in 3 stromingen te bewegen: 1) de V12 blijft atmosferisch, eventueel met hybride-ondersteuning 2) de V8 heeft en houdt turbo's en 3) hieronder komt nog een lijn aan geblazen V6-motoren, die aan het (opnieuw) op te richten Dino-submerk zijn voorbehouden.