De GP van Singapore in 11 feiten

Morgen wordt voor de negende keer in de geschiedenis de Grand Prix van Singpore verreden, waar de toeschouwer altijd waar voor zijn geld krijgt. Natuurlijk beginnen we niet onvoorbereid aan de race, hier alvast elf feiton om op te zuigen.

Singapore houdt gewoon een Europees tijdschema aan, en wordt derhalve volledig in het donker gereden. Singapore vormt samen met Bahrein en Abu Dhabi het drietal races dat onder kunstlicht wordt verreden. Foto's van vorig jaar HIERO.

Om de baan te verlichten zijn er serieuze schijnwerpers nodig. De in totaal 1.600 lichtprojectoren rond het 5 kilometer lange circuit leveren 4x meer lichtopbrengst dan in een voetbalstadion, in totaal voor 3.018.000 Watt. Om deze van elektriciteit te voorzien is meer dan 108 kilometer aan kabels nodig.

Het Marina Bay-stratencircuit telt 23 bochten, meer dan op welk ander circuit dat tot nu toe op de kalender stond. Laat dat even goed nieuws zijn voor onze bochtenspecialist uit Limburg.

Na het allersnelste circuit van de kalender (Monza) volgt direct de bijna langzaamste omloop, want alleen Monaco is trager dan Singapore. Een snel racerondje (we gaan uit van 1:51 minuten, het ronderecord staat op 1:50) gaat op 164 km/u gemiddeld (Monaco: 154 km/u) . In de kwalificatie zijn de auto's overigens een dikke zes seconden sneller dan op race pace.

In acht jaar tijd pakte Sebastian Vettel vier overwinningen, drie keer voor Red Bull, en vorig jaar voor Ferrari. Na zondag blijft de Duitser sowieso de coureur met de meeste overwinningen, want Alonso en Hamilton wonnen er allebei twee.

Op stratencircuits als Singapore heb je zachte banden nodig, en Pirelli heeft dit jaar precies het compound dat daar bij past: de paarse Ultrasoft-band. Het rubber maakt voor het eerst sinds Oostenrijk zijn terugkeer, en gaat zeer zeker gebruikt worden. Vorig jaar werd er alleen op Supersoft en Soft gereden, twee compounds die de teams ook dit jaar tot hun beschikking hebben.

Van de acht races ging er geen één voorbij zonder dat de Safety Car ten tonele verscheen. Het is nagenoeg een zekerheid, en daarom zouden de meest dappere teams hun brandstofvoorraad hier op aan kunnen passen. Wie dit doet neemt echter een enorme gok, want als er geen safety car komt ben je weg. Daarom zullen de meeste teams gewoon genoeg kilo's aan peut meenemen om ook zonder safety car vol te kunnen rijden.

Omdat het een stratencircuit is, liggen er in Singapore putdeksels. Potentieel zijn dit moordobjecten, als ze worden losgereden door F1-bolides. Daarom worden de deksels allemaal vastgelast voor het raceweekend. Vorig jaar was een las kennelijk niet zo goed gelukt, want Nico Rosberg reed een deksel los, die Button daarna vol tegen zijn neus kreeg.

In 2012, 2014, en 2015 werd de volledige raceafstand (61 rondjes) NIET verreden, omdat de tijdslimiet van 2 uur eerder verstreek. Dit is niet heel raar. We meldden eerder al dat Singapore het een-na-langzaamste circuit van de kalender is, echter in het langzamere Monaco bedraagt de raceafstand slechts 260 km, waardoor de totale raceduur minder lang is. 

Singapore heeft net als elke andere race een minimale afstand van 305 km. Zonder interventie van de safety car zit je met de rondetijden die gereden worden al aan meer dan 1 uur en 50 minuten, dus er is weinig vertraging voor nodig om de 2 uur aan te tikken.

Ook al hangt de regen in Singapore altijd in de lucht, de F1 hield het tot nu toe droog. Hoe dit komt lees je HIER.

Singapore is een tropisch land, en daar zijn de temperatuursverschillen tussen dag en nacht minimaal. Tijdens een race wordt er in de cockpit meer gezweet dan in een Finse sauna, en verliezen de coureurs kilo's aan lichaamsgewicht, door puur vochtverlies. Voorafgaand aan de race wordt er daarom liters gedronken, om uitdroging tegen te gaan. Er zijn weliswaar drinkbussen aan boord, maar deze bevatten hooguit een liter, die na enige tijd in een cockpit van ca 60 graden bovendien zo warm is dat het niet meer te zuipen is. Sebastian Vettel had ooit de dikke pech dat zijn systeem niet meer werkte. Desondanks stuurde de Heppenheimer zijn Red Bull destijds als eerste over de streep.