Ook de Audi R8 zwicht voor de zescilinder

Alsof je The Empire State Building in de gemeente Amstelveen neerzet. Tussen de termen 'Empire State' (NY) en 'gemeente Amstelveen' (NL) bestaat enige spanning. Zo is het ook met R8 en V6. Er wringt iets.

De Audi R8 wordt door zijn zescilinder een soort zondagse mobiel voor gesjeesde geneeskundigen, want het Saab-gehalte is hoog als wij '0,4 bar' lezen. Toch is dat de drukvulling waarmee de nieuwe V6 het moet doen. Erger nog is dat hiervoor de 4.2 liter achtcilinder naar het offerfeest wordt gebracht. Maar zoals alles altijd, komt het goed als we kijken naar de cijfers voor kracht en vermogen.

Door de twee turbo's spuiten de prestaties van de 2.9 liter V6 naar de fijnere plekken in 's mans broekje. Of we even willen buigen voor 434 pk en 550 Nm. Althans, in die regionen moeten we denken. Zeker weten doen we het nog niet. Maar we hebben een goede indicator, want u heeft deze motor al eerder gezien in de nieuwe Panamera. Audi gebruikt dit blok als basis om er zelf fijne dingen mee te doen. De 4.2 V8 had tien pk meer, maar beschikte over slechts 426 Nm. Als het een beetje meezit, stoot de nieuwe zescilinder je dus harder en bevreemdend aangenamer in je nieren. 

Nu kan een mens zich afvragen waarom Audi niet gewoon de achtcilinder heeft verbeterd. Daarvoor zijn twee redenen. De eerste is dat de liefde van de EU voor emissies omgekeerd evenredig is aan de liefde van de EU voor ongebreidelde immigratie. De tweede is dat de Chinezen auto's belasten op basis van cilinderinhoud. Schoner en kleiner was dus de enige optie.