Er zijn grofweg drie redenen waarom er grijze auto's bestaan. In de eerste plaats zijn er mensen die naar de Karwei gaan om slogans te kopen voor in de woonkamer. 'In dit huis wordt geleefd, gelachen en worden fouten gemaakt, maar zwijgen we over die keer met de kettingzaag.' Enfin, u weet hoe het werkt en u weet waarom deze mensen een auto kopen in een fantasieloze kleur.
In de tweede plaats is er de aanbiederskant: in tegenstelling tot wat u misschien denkt, is kleur niet het laatste waaraan een ontwerper denkt. In tegendeel, kleur is één van de belangrijkste aandachtspunten als de vormgever zijn schetsen maakt. Gewelfde flanken zien er heel anders uit in rood dan in zwart. Dat is ook waarom sportauto's die meer geprononceerde vormen hebben, dikwijls in fellere kleuren dan executive-zwart te zien zijn. Anders gezegd: degelijke Duitse luxebakken zijn ontworpen om er goed uit te zien in een degelijke kutkleur. Hoe luxer de auto, des te groter de kans dat de kleur zwart, wit of grijs is.
In de derde plaats zijn er verstandige mensen. Dit zijn mensen die letten op de inruilwaarde van hun auto. De huidige norm in de autowereld is een non-descripte kleur. Aangezien de mode in autokleur maar heel langzaam verandert is het voor autobezitters, mensen met een auto van de zaak en een leuke lease-constructie juist zaak om mee te doen met de norm. Wie op dit moment een knalgroene bolide rijdt en die bak binnen nu en niet-oneindig moet verkopen, doet er dus goed aan de mode te volgen. Want hoe verder je van het heersende palet afwijkt, des te minder je auto opbrengt. Wat betekent dat, vanuit dit perspectief, de beste autokleur de favoriete teint is van mensen met Karwei-teksten aan de muur.
Beeld: gelukkig is John Lennon dood, anders zou hij meer Rolls-Royces hebben kunnen verkrachten met zigeuner-kitsch.