Terwijl Tesla in Duitsland het instapmodel juist zo goedkoop mogelijk maakt, gaat in Amerika de prijs omhoog. De Model S met het 60 kWh accupakket krijgt er 2.000 dollar bij op het prijskaartje. Daarmee komt de vanafprijs uit op 68.000 dollar. Tesla geeft geen reden op voor de prijsstijging, maar waarschijnlijk ligt de oorzaak bij de gestegen productiekosten. Elke Tesla is vanaf nu standaard voorzien van de hardware die nodig is voor autonoom rijden. Die acht camera's en twaalf sensoren leverde Tesla tot nu toe alleen mee als optie. De software voor compleet zelfstandig rijden volgt later pas en zal via een betaalde update in de auto belanden.
De autobouwer hoopt dat eigenaren later alsnog geld uitgeven aan de upgrade door de techniek nu standaard mee te leveren. Dezelfde tactiek paste het merk eerder ook al toe bij het accupakket van de Model S 60. Deze auto's zijn voorzien van een 75 kWh pakket, maar die is softwarematig begrensd op 60 kWh. Tegen betaling is de sedan te upgraden naar zijn volle 75 kWh capaciteit.
Door alle techniek standaard mee te leveren, worden tevens meer auto's identiek, wat het productieproces weer makkelijker en goedkoper maakt. Het toevoegen van alle onderdelen kost echter ook geld, wat ongetwijfeld heeft geresulteerd in de prijsstijging.
Voor de verkoop maakt de kleine prijsverhoging waarschijnlijk weinig uit. De Tesla Model S was altijd al een relatief dure sedan voor een kopersgroep die heel bewust voor de unieke eigenschappen van het model kiest. Een paar duizend dollar extra zal ze daarbij niet afschrikken.