U hoeft er niet van te houden, maar de Porsche 911 is ontegenzeggelijk een bijzondere auto. Niet alleen bestaat het model al sinds de jaren '60 en wordt het ononderbroken geproduceerd, het silhouet en de basiseigenschappen bleven altijd nagenoeg gelijk. Zo ook de motor achterin. Al sinds de allereerste Porsche 911 ligt er een boxermotor áchter de achteras. Een heel onlogische plek, want het gewicht van een motorblok wil je niet helemaal in je kont hebben, dat zwiept. Eigenaren van vroege 911 Turbo's uit de jaren '70 kunnen hierover meepraten.
Porsche snapt dit simpele natuurkundige gegeven ook, er is een reden waarom modernere sportwagens als de Cayman en de Boxster een middenmotor hebben: gewicht tussen de assen is wenselijk. Door veel technologische slimmigheden en door het blok zo ver mogelijk naar voren te plaatsen (in de huidige 911's ligt het praktisch op de achteras) heeft de fabrikant uit Zuffenhausen altijd vast kunnen houden aan het oerconcept van de 911, maar deze 911 RSR heeft voor het eerst het motorblok zo ver naar voren geplaatst dat het officieel een auto met middenmotor is. Het enige andere voorbeeld uit de geschiedenis dat we kunnen bedenken was de Porsche 911 (993) GT1 uit de jaren '90, maar dat had vrij weinig meer met een Porsche 911 te maken. De RSR-racer onderhuids ook niet overigens, maar hij heeft nog wel heel herkenbaar het silhouet van de straat-911.
Bovenstaande doet natuurlijk direct de vraag oproepen: gaat Porsche zijn volgende straat-911, die we in 2019 verwachten, ook voor het eerst ooit van een middenmotor voorzien? De leek zal het worst wezen, maar dit soort kwesties kan een Porsche-purist gemakkelijk een maandje wakker houden en tot waanzin drijven. Overigens: Chevrolet gaat volgens hardnekkige geruchten hetzelfde doen met zijn volgende Corvette (dit wordt net als bij de 911 ook de achtste generatie), het zou interessant zijn als Porsche dezelfde weg bewandelt.
Maar terug naar de racer: de 911 RSR is een absolute fabrieks-Porsche, geen klantenteam kan er één kopen. De auto wordt vanaf 2017 ingezet in twee raceklassen: het WEC, met de fameuze 24 uur van Le Mans, en het Amerikaanse IMSA-kampioenschap. Sinds de LM-GTE Pro-klasse in 2011 werd ingevoerd pakte Porsche nog nooit de overwinning op Le Mans, en hier moet maar eens verandering in komen. Alleen de LMP1 domineren is niet genoeg, Porsche wil meer.
Naast de hele grote wijziging qua motorpositie wijzigt er niet heel veel. De motor is nog steeds een atmosferische 4 liter zescilinder boxer die afhankelijk van de restrictor 510 pk levert. Doordat de motor verder naar voren ligt is er plaats voor een grotere diffusor aan de achterkant. Het gewicht van de eenzitter komt uit op 1.234 kg.
De stoel is onderdeel van het chassis en zit derhalve altijd op dezelfde plek. De lengteverschillen tussen coureurs worden gecompenseerd door de pedalen te verstellen.
Een handigheidje voor racen in het donker is het Collision Avoid System. Dit herkent te allen tijde de veel snellere LMP-proto's, waardoor 'vergissingen worden voorkomen'. Ga overigens niet uit van een automatisch actief systeem zoals op personenauto's, dat past moeilijk binnen de strenge regels.