De cijfers brengen tot aan wijkniveau alle 7,2 miljoen particuliere personenauto's in de Nederlandse gemeenten in kaart. Dit is op een totaal van 8 miljoen auto's, maar zakelijke registraties zijn niet meegenomen. De reden is waarschijnlijk omdat deze cijfers het algemene beeld vertroebelen. Deze auto's staan namelijk allemaal geregistreerd in de plaats waar de leasemaatschappij zetelt, waardoor je ineens op een enorm aantal extra auto's in gemeenten als Almere zou uitkomen, terwijl de voertuigen juist verspreid over het land rijden. Bovendien heb je met particuliere auto's bijna 90% van het hele wagenpark te pakken.
Goed, Nederland telt gemiddeld 213 auto's per km². In de grote steden ligt dit aantal hoger dan in dunbevolkte gebieden. Gelukkig is het autobezit omgekeerd: hoe dichter bevolkt de gebieden, hoe lager het autobezit. Amsterdam heeft slechts 0,4 auto's per huishouden, in enkele plattelandsgehuchten is dit met 1,4 bijna 4 keer hoger. Voor meer cijfers en kaartjes kunt u bij het CBS terecht.
Kijken we naar de tien grootste gemeenten in Nederland, dan zien we dat hier 1,1 miljoen auto's geregistreerd staan, 15,4 procent van het totaal. In deze gemeenten wonen 3,5 miljoen mensen, 21 procent van de Nederlandse bevolking. In de steden heeft men dus minder vaak een auto, wat logisch is, want je hebt de voorzieningen dichterbij, een OV dat werkt en bovendien veel negatieve prikkels in de vorm van geen ruimte om je auto kwijt te kunnen en torenhoge parkeertarieven. Over het algemeen geldt: hoe verder je je van de binnenstad beweegt, hoe meer het autobezit toeneemt.
So far so good. Het meest concrete dat we uit de statistieken kunnen opmaken is het aantal auto's per vierkante kilometer, dat is immers een directe indicatie van hoe vol het op straat staat met auto's. De gemeente Den Haag is hier fier koploper met 1.955 auto's per km², gevolgd door Amsterdam (1.232), Nijmegen (1.137) en Utrecht (1.053). De een-na-grootste gemeente van Nederland, Rotterdam, bezet met 908 auto's een zesde plek. Toch apart, onze oosterburen hebben in 1940 nochtans aardig wat ruimte gemaakt voor de toekomstige automobilist.
Als het gemiddeld aantal auto's per huishouden als uitgangspunt wordt genomen, dan heeft Amsterdam de minste: met ruim 200.000 auto's komt de hoofdstad uit op 'slechts' 0,4 auto's per huishouden en 1.232 auto's per km². Voor een afgelegen gemeente heeft Groningen verbazingwekkend weinig autobezit: 0,5 auto's per huishouden. Kennelijk komen de stadjers niet graag buiten 050, of ze pakken de trein als ze dat wel doen. Waarschijnlijk hangt het grote aantal studenten hier ook mee samen.
Den Haag, Utrecht en Rotterdam hebben allemaal 0,6 auto's per huishouden. Als deze gemeenten het Nederlands gemiddelde van 0,93 auto's per huishouden zouden volgen, dan stond de straat pas echt vol met auto's: Den Haag zou dan bijvoorbeeld 3.030 auto's per km² tellen. Hieronder nog een mooie illustratie van de eerdere bewering dat de Nederlandse binnensteden nauwelijks autobezit kennen. Samengevat: zoals elk CBS-onderzoek trappen ook deze cijfers flink wat open deuren in, maar voor de cijfertjesfreaks en stedelijke planners zit er wel veel nuttige informatie in.
Foto: parkeerbeheer in Den Haag in 1967, gewoon per ros.