De dominantie in de Formule 1 heeft Mercedes de afgelopen jaren geen windeieren gelegd en heeft het imago van het merk aardig opgepoetst. Je zou denken dat een dergelijk succesverhaal meerdere fabrikanten naar de sport trekt, maar dat valt in de praktijk tegen. Er staat momenteel niemand te springen om zich bij Mercedes, Ferrari, Renault en Honda te voegen en dat heeft alles te maken met de hoge kosten.
"De Formule 1 is zo duur", klaagt Dave Pericak, baas van Ford Performance. "We kijken dan ook niet naar instappen in de F1. Ik verwacht ons daar voorlopig niet." Hij mist vooral de mogelijkheid om de link met de straatauto's te leggen. "Als je kijkt naar alle series waarin we nu actief zijn (GT-kampioenschap, WRC, World Rallycross), dan is er een relevantie met de doelen die we hebben voor de ontwikkeling van onze onderdelen, technologie en mensen en kunnen we dat vertalen in onze straatauto's." Een pijnlijke opmerking voor de organisatoren van de F1, die met de overstap naar kleinere V6-motoren met hybride aandrijving juist probeerden te trend van de straatauto's te volgen.
Nu zullen de nieuwe eigenaren niet wakker liggen van de afwezigheid van Ford, al zal een Amerikaans merk in het veld wel gewenst zijn. Toch benadrukt de uitspraak van de autobouwer nog maar eens dat de sport een probleem heeft met de kosten. De teams werken momenteel met budgetten van honderden miljoenen dollars per jaar, dus daar kom je niet zomaar tussen.
Die kosten zijn voor veel grote fabrikanten al moeilijk, maar voor privéteams is het helemaal zwaar. Dat bleek maar weer toen Manor een paar dagen terug op de fles ging, waardoor er komend F1-seizoen twee auto's minder aan de start verschijnen. Ook Sauber balanceert al een aantal jaar aan de rand van de financiële afgrond. Liberty Media wil van de F1 weer een grote show maken, maar daarvoor heb je wel deelnemers nodig. Een plan om de kosten binnen de perken te houden, is dus niet alleen nodig om Ford binnen te halen, maar essentieel voor de hele sport.