Hartverwarmend: garagisten hebben het weer druk in Mosul

Het maakt geen donder uit waar je staat en wat je vindt, als je hoort dat er lange rijen voor de garages van Mosul staan, weet je dat er hoop is.

Mosul is nog steeds niet volledig bevrijd van het minder dan middeleeuwse juk van theozeloten die we bijna vergoeilijkend 'ISIS' noemen. Acroniemen zaaien ook dood en verderf. Onder mensen, dieren en auto's. En die laatste categorie moeten we toch ook haast zo beschouwen. Iedereen met benzine in de aderen reageert op een gewonde of gevallen auto als het hondje Idéfix op een gevelde boom.

De geschiedenis van de auto onder ISIS is een bibliotheek vol zwarte bladzijden. Vernietigd tijdens rijdende zelfmoordmissies, gebruikt als roadblock, misbruikt als kogelwering en kapotgebombardeerd door een coalitie die probeert de tijd weer vooruit te zetten. Openbaar vervoer is praktisch non-existent in Mosul, waarvan voorlopig alleen het oostelijke deel is bevrijd. Mensen zijn dus aangewezen op auto's om naar hun werk te gaan of voedsel te brengen naar familieleden.

Topdrukte voor garagisten is het gevolg. Omzetten zouden met vijftig procent zijn gestegen en er staan lange rijen. Automobielmakers zijn de Trümmerfrauen van Mosul. En je weet: als de auto's weer rijden, is er weer zicht op een normaal leven. Met of zonder twaalf kogelgaten in je kofferbak. Er is meer nodig om de auto kapot te krijgen, zoals we weten.