Het moet de natte droom zijn van onze eigen proefballonenblazer Egbert-Jan van Hasselt. De Chinese regio eist dat alle auto's worden voorzien van apparatuur waarmee de overheid tot op een meter nauwkeurig kan zien waar de vierwieler zich bevindt. De socialistische heilstaat weet zo altijd waar je uithangt.
De politie in Bayingolin schuift de noodzaak af op terrorisme. Internationale terroristen zouden zich vaak met de auto verplaatsen (no shit) of auto's als wapen gebruiken en daarom moet iedereen maar zijn privacy inleveren en aan de GPS-tracker.
De kosten worden ook nog eens op de grotendeels onschuldige bestuurders verhaald, want iedere autobezitter betaalt twaalf euro per jaar voor het GPS-kastje en de elektronische nummerplaat. Superdeal voor de Chinese overheid.
Zou je een dergelijk plan in Nederland voorstellen, dan staat binnen no time een, al dan niet in latex geklede, Ancilla voor je huis te demonstreren en is #baasineigenauto de rest van de week trending, maar dergelijke geluiden zijn in de licht dictatoriale grootmacht niet van toepassing. De overheid bepaalt en duldt weinig kritiek. Criticasters vermoeden dat de Chinese provincie de maatregel vooral invoert om de Oeigoerse minderheid beter te controleren, maar uiteraard voelen de beleidsmakers zich niet geroepen om op deze kritiek te reageren.
De burgers moeten ondertussen deze praktijken gewoon ondergaan, want weigeren is geen optie. Alle tankstation krijgen namelijk scanners die vanaf 1 juli controleren of een auto wel is voorzien van een GPS-kastje. Geen kastje? Geen benzine! Ook het verkopen van GPS-loze auto's wordt verboden. Aan Big Brother is geen ontsnappen.