Williams gaat Groot-Brittannië tot elektromekka omtoveren

In een poging om ook na de Brexit nog internationaal een rol van betekenis te spelen speelt de Britse overheid nu alle ballen op de ontwikkeling van batterijen voor elektrische auto's. Hier wordt 130 miljoen euro voor uitgetrokken.

Met de Brexit keren de tariefmuren en administratieve rompslomp met de belangrijkste handelspartner EU waarschijnlijk terug en dus is het handig als de Britten zich ontwikkelen tot kenniscentrum van toekomstige industrieën. Met dat idee in het achterhoofd heeft de overheid 110 miljoen GBP (zo'n 130 miljoen euro) aan steungeld uitgetrokken om een grote accufabriek te bouwen én een onderzoekscentrum op te richten dat de batterijen doorontwikkelt. Aan het hoofd van het consortium dat dit Advanced Propulsion Centre uit de grond gaat stampen staat Williams Advanced Engineering. Inderdaad, een zusterbedrijf van de F1-racers.

Engeland heeft nog geen eigen elektrische auto's, hooguit een paar plannen: Aston Martin wil in 2019 (hopelijk) een elektrische DBX in het Verenigd Koninkrijk bouwen. Daarnaast komt Jaguar volgend jaar met een I-Pace, die het echter op het vasteland (in Slowakije) door het Oostenrijkse Magna Steyr gaat laten bouwen. MINI heeft nog niet bekend gemaakt waar het zijn eerste elektrische auto gaat bouwen. De enige massaproductie die momenteel op het eiland plaatsvindt is die van de Nissan Leaf, die in Sunderland gemaakt wordt.

In 2018 moet het nieuwe Britse elektrische project gaan beginnen, de overheidsinvesteringen zijn er op gericht om zo'n 2.400 banen te behouden, en -als het even kan- meer banen te scheppen.