Nieuwe auto's waren nog nooit zo betrouwbaar

De vlag kan uit en de middelvinger kan richting de autohater: auto's worden alleen maar beter. Sterker nog, ze waren nooit eerder zo goed.

J.D. Power is onze vriend. De lui van dit betrouwbaarheidsinstituut zijn preciezer dan een autist met een modelbouwset en leren vooringenomen mensen - daar behoren wij natuurlijk niet toe! - dat auto's die je altijd geringschatte de kwaliteit van een Zwitsers uurwerk kunnen hebben. En het heeft de betrouwbaarheidsboeren reeds voor het tweede jaar op rij behaagd om Kia te bekronen. Er is geen betere.

Maar nog mooier dan die uitkomst voor de Koreanen, is dat de wereld ook iets te vieren heeft. De kwaliteit van nieuwe voertuigen is acht procent beter dan vorig jaar en staat daarmee op het hoogste niveau ooit. De test meet het aantal problemen per honderd auto's in de eerste negentig dagen van hun leven. Hoe lager de score, hoe beter dus. Kia noteerde bijvoorbeeld 72.

Belangrijke resultaten zijn dit jaar dat er verbetering werd geboekt in alle categorieën, behalve op technologie die verband houdt met autonoom rijden. Dan hebben we het over alles van semi-zelfrijden tot parkeersensoren. Op dit gebied kan natuurlijk ook veel meer mis gaan, omdat auto's steeds verder worden volgestopt met dit soort snufjes.

Datzelfde kan gezegd worden van entertainmentsystemen, maar die laten na jaren van waardeloze scores eindelijk een significante verbetering zien. Dat werd ook hoog tijd. Vooral interessant voor Amerikanen is, tot slot, dat de Detroit Three gemiddeld alweer beter presteren dan de importmerken. Dat was vorig jaar ook al zo, maar is daarvoor in de geschiedenis van de test maar één keer eerder voorgekomen (1987). De Amerikanen lijken het dus te leren. Net als de rest van de autowereld. Een driewerf hoera is op zijn plaats.