In slechts twee jaar tijd zakte de Duitse vraag naar diesels met meer dan de helft. In juli 2015 (twee maanden voordat de eerste onthullingen in dieselgate aan het licht kwamen) was nog meer dan 40% van elke verkochte auto een diesel, in het afgelopen weekeinde dipte de vraag voor het eerst onder de 20%.
Dit volgt uit een berekening van MeinAuto.de, dat zicht heeft op de dageljkse nieuwregistraties. Het exacte percentage komt uit op 18,3%, vier procentpunten lager dan eerder deze maand. Directe aanleiding hiervoor lijkt de uitspraak van een Duitse rechter vorige week, die een eerder geopperd dieselverbod in de stad Stuttgart bekrachtigde. Als je ervan uitgaat dat de Duitse markt jaarlijks goed is voor 2,5 miljoen nieuwe auto's dan leert een snelle rekensom dat er bij deze cijfers een half miljoen minder diesels op jaarbasis worden verkocht.
Het nieuws komt aan de vooravond van een grote Duitse dieseltop. Vanaf morgen komen in hoofdstad Berlijn vertegenwoordigers van regering en bedrijfsleven bij elkaar om specifiek over de problematiek inzake dieselvervuiling en getructe uitstootcijfers te praten. Daarnaast zal algemener en breder de discussie worden gevoerd over de richting die de auto-industrie de komende jaren op gaat. Met elektrificering in het achterhoofd hebben autofabrikanten hier overigens al wel een vrij heldere mening over.
De top is niet onomstreden: vanuit het publiek klinkt steeds luider het verwijt dat een te innige band tussen de automotive - wellicht de machtigste industrie van Duitsland - en de politiek de werkelijke aanpak van problemen hindert. Onderstaande tweet legt feilloos bloot dat ook in Duitsland de baantjescarroussel - om maar een populaire actuele term te gebruiken - vlekkeloos zijn rondjes draait:
Es ist der deutsche #AutoFilz der dem Standort schadet und neue zukunftsfähige #Mobilität blockiert pic.twitter.com/0ypMGnp7lk
— Konstantin v. Notz (@KonstantinNotz) July 30, 2017
In Nederland lijkt vooralsnog minder aan het handje voor diesels: eerder onderzoek van Autobahn wees uit dat de verkopen momenteel stabiel zijn, ze hebben zelfs een licht stijgende tendens. Dit betekent echter niet dat de brandstof veilig zit: ook hier lijkt het een kwestie van tijd totdat de diesel, met pek en veren (danwel stigmatiserende stickers) besmeurd en al hevig walmend, tot buiten de stadspoorten wordt gedreven.
Bovendien lijkt met elektrificering en turbotechnologie op benzinemotoren twee grote USP's van diesel afgevangen te worden: namelijk het ongeëvenaarde koppel en een gunstig verbruik. Qua CO2-uitstoot zit de diesel goed, deze is lager dan bij benzinemotoren. Echter: de laatste tijd zijn de ogen van CO2 (koolstofdioxide) afgewend, en op NOx (stikstofoxide) gericht. En hier is nog wel wat werk te verrichten voor de zelfontbrander.
Onze voorspelling: de kleine diesels gaan als eerste voor de bijl, omdat de relatieve kosten van alle emissiedrukkende systemen te hoog worden. De eerste tekenen hiervan werden zichtbaar toen Volkswagen de ontwikkeling van zijn kleinste diesel-viercilinder schrapte. De grotere zakenauto's houden het langer vol, maar ook deze zullen op termijn elektrisch worden. Zodra de verkochte aantallen niet meer groot genoeg zijn wordt het te duur om de zeer prijzige R&D over de verkochte modellen uit te smeren. Een doodeenvoudig en basaal economisch principe eigenlijk.