Van de automerken die zich richten op de rijken zijn eigenlijk alleen nog de kleintjes Pagani en Koenigsegg, alsook Ferrari en Lamborghini koppig: voor minder dan 8 cilinders hoef je daar niet aan te kloppen, en zelfs bij de laatste twee zijn offers gebracht in de vorm van turbotechnologie. Nou ja, bij Lamborghini nog niet, maar dat verandert binnenkort met de onthulling van de Urus.
Aston Martin biedt anno 2017 een AMG V8 of een eigen 5,2 liter twinturbo V12. Het merk heeft echter ambitieuze plannen: de komende jaren wordt elk jaar een nieuw model onthuld, waaronder een (op termijn) elektrische DBX. Voor de lagere modellen scheurt het een pagina uit Bentleys boek: er komt een kleinere motor met minder cilinders, zes in dit geval. Hiermee grijpt het na een lange tijd V8 of meer weer terug naar de dagen van weleer, toen je een zespitter in een Aston Martin vond. Weliswaar in de vorm van een zes-in-lijn, die tot en met de DB7 gebruikt werd.
In een interview met de Financial Times maakt CEO Andy Palmer de weg vrij voor elektrificering en de V6: Aston Martin moet groeien, en een fabrikant die te groot wordt is niet meer uitgesloten van de strenge emissie-eisen. Bovendien worden grote motoren in markten als China zwaar belast, dus wie daar afzet wil draaien moet met een mooi downsizeblok op de proppen komen. Vanaf halverwege de jaren '20 moeten in elke Aston Martin batterijcellen zitten: “We will be 100 per cent hybrid by the middle of the 2020s”, aldus Palmer.
Met deze uitspraken is het helder (doch niet verrassend) in welke richting het Britse merk zich de komende jaren zal ontwikkelen. Er wordt grofweg dezelfde weg ingeslagen als bij Maserati, dat al eerder aankondigde alles te gaan elektrificeren.